In Brussel zijn er vele bedrijfsrestaurants, en één van de grootste bevindt zich in het enorme gebouw van het Europees Parlement aan het Luxemburgplein in Brussel. Vele duizenden Eurocraten en parlementairen schuiven er elke dag aan in het selfservicesysteem met wel duizend zitplaatsen.
Een toplocatie, een kapitaalkrachtig publiek, elke dag klanten verzekerd: een droom voor elke ondernemer, zou je denken. Maar dat is zonder de linkse regeldrift gerekend.
Wegen, meten, controleren
Enkele jaren geleden werd de private uitbater van het restaurant aan allerlei regels onderworpen. Porties moeten gewogen worden, anders is er ‘voedselverspilling’. Producten moeten ‘duurzaam’ zijn – en dus duurder in aankoop. Een enorm vegetarisch aanbod is verplicht, zelfs al willen klanten dat niet. Strikte scheiding van afval moet door personeel opgevolgd worden. Zelfs een servietje is verboden als het bestaat uit 2 vellen papier; het mag maar 1 vel papier zijn.
En natuurlijk prijscontrole: alle Eurocraten moeten eten aan spotprijzen, ongeacht de prijsstijgingen van voedsel op de markt. De uitbater heeft er nu dus de brui aan gegeven. Het Europees Parlement moet nu tijdelijk overschakelen naar een noodoplossing, met minder aanbod en hogere prijzen.
Zalig toch !! – heel deze wokegekte en klimaattaliban – het zal nog allemaal als een boemerang in hun gezicht ontploffen – en maar goed ook !!!
Van alles extra eisen en dat aan minimum prijs, waar is de schaamte? Oh wacht, het zijn de Eurocraten.
Dezelfden die zeer creatief omgaan met hotel en transport kosten. Dezelfden die gewoon “pointeren” en dan direct hun schup afkuisen.
De volgende uitbater gaat de halal toer op en uiteraard geen alcohol.