Hans Blanckaert, eigenaar van de Kingsclub in Brugge, heeft een manier bedacht om het horecaverbod te omzeilen en zo zijn ongenoegen met de coronamaatregelen te uiten. Hij verkocht takeawaygerechten en riep zijn klanten op een stoeltje mee te brengen en het voor de zaak op te eten. “Want picknicken mag wél van de regering”, klinkt het aan HLN.
Oorspronkelijk had de ongehoorzame aangekondigd dat hij, ondanks de coronamaatregelen, op vrijdag 2 april opnieuw de deuren zou openen. Uiteindelijk besliste hij toch om geen boete te riskeren. “Het ziet ernaar uit dat ik de enige horecabaas in Brugge ben die zijn mond durft opendoen en die opkomt voor de horeca. Maar ik ben natuurlijk zo dwaas niet om die 4.000 euro boete alleen te riskeren”, stelt hij. “Het is al erg genoeg dat de overheid zo traag over de brug komt met onze coronapremies, dat ik ze straks nog eens zou moeten betalen ook.”
Geen grote heropening dus, maar toch was het vrijdagavond gezellig druk voor de deur van de Kingsclub. In de aanloop van vrijdag verkocht hij takeawaygerechten zoals parelhoen, vispannetje of pizza, en hij riep zijn klanten op een eigen stoeltje mee te brengen. Zo konden de klanten toch samen hun eten opeten voor de zaak. “Er is plaats genoeg in de straat voor klapstoeltjes, want picknicken mag wél van de regering.”
De man heeft naar eigen zeggen echt genoeg van de maatregelen, die volgens hem nergens op slaan. “Het is belachelijk dat we ons terras niet mogen buitenplaatsen, terwijl het in parken en op marktpleinen allemaal kan. In Brugge zetten ze zelfs de picknickbanken buiten, maar wij mogen onze zaken niet openen”, klinkt het. “Het is genoeg geweest. We moeten écht op straat komen. Niet alleen de horeca, maar ook al die andere beroepen die verplicht gesloten zijn. We zitten met ons hoofd onder water.”
