Duizenden christenen uit de staat Chin, een staat met een groot aantal christelijke inwoners, in Myanmar zijn op de vlucht geslagen voor het aanhoudende geweld.
Na een bombardement door het leger in het stadje Mindat, gelegen in de bergen, zijn velen gevlucht. De vluchtelingen verschuilen zich met name in de bossen. De bewoners uit Mindat die toch in de stad zijn gebleven, ontberen water en elektriciteit. Ook zouden zo’n 2000 mensen gevlucht zijn naar omringende dorpen waar zij in kerken en tentenkampen verblijven.
Sinds de militaire coup in het land zijn reeds 15.000 mensen de grens met India overgetrokken om een veilig heenkomen te zoeken. In de staat Kachin die ook een merendeel christelijke inwoners heeft, zijn ongeveer 5000 mensen op de vlucht geslagen. Het leger, de Tatmadaw, heeft het met name gemunt op de christelijke staten Kachin, Chin en Karen. Hoewel de media vaker berichten over de vervolging van de Rohingya moslims, worden de christelijke minderheden in het land evengoed vervolgd.