Woordvoerder taliban: “Er komt een dag dat de sharia over de hele wereld zal gelden”

Een woordvoerder van de taliban heeft aan de Amerikaanse nieuwszender CNN verklaard dat de terreurorganisatie gelooft dat op een dag de hele wereld onder de sharia zal vallen. “Wij hebben geen haast. De jihad zal niet ophouden tot de Laatste Dag.”

De Laatste Dag is een van de zes geloofspunten binnen de islam, zoals bijvoorbeeld het geloof in de eenheid van Allah en in engelen. De religieuze kant van de strijd in Afghanistan werd opnieuw benadrukt in Farah, een stad in het westen van Afghanistan. Daar werd het dode lichaam van een Afghaanse soldaat door de straten gesleept terwijl de taliban “Allahoe akbar” riepen. Ook verkondigde de taliban: “De strijders (moedjahedien) van het islamitische emiraat verzekeren de mensen dat zij zich geen zorgen hoeven te maken. Alles in de stad is onder controle.”

Volgens professor Malik van de Villanova-universiteit weerspiegelt de politieke structuur die de taliban voor ogen hebben die van het Kalifaat van Rashidun (632-661). De taliban willen een islamitische heerschappij stichten die als voorbeeld voor de rest van de (islamitische) wereld zou moeten dienen. De recente ontwikkelingen hebben er reeds toe geleid dat Britse jihadisten naar Afghanistan afzakken. Eerder vertrokken ongeveer 800 Britse jihadisten naar Syrië en Irak toen IS daar een kalifaat uitriep. Nu de taliban net als in 1996 spreken over een Islamitisch Emiraat, is er kennelijk opnieuw animo bij andere moslims om zich daarbij aan te sluiten.

Langdurige oorlog

Terwijl de taliban hun opmars richting de Afghaanse hoofdstad Kaboel verderzetten, worden duizenden jihadisten uit gevangenissen in het land bevrijd en worden wapendepots geplunderd. Volgens expert Seth Jones maken de taliban zich op voor een langdurige oorlog en verzamelen zij mensen en wapens om lang stand te kunnen houden. Meisjes vanaf twaalf jaar worden als seksslavin onder de taliban verdeeld. Daartoe gaan zij van deur naar deur en dwingen gezinnen om hun dochters mee te geven.

De christenen in het land vluchten massaal naar het buitenland. Wie dat niet kan, vertrekt naar een andere stad in Afghanistan. Nu de taliban echter ook in Kaboel zijn aangekomen, hangt hun lot aan een zijden draadje. Volgens Mindy Belz van World, een christelijke krant, hebben leiders van de ondergrondse kerken in Afghanistan berichten gekregen van de taliban waarin zou staan dat de jihadisten weten wie zij zijn en waar zij zich bevinden. In mei van dit jaar schreef Belz een artikel over een lokale hulpverlener, die zei dat Afghanistan drie soorten christenen kent: “Diegenen die het land moesten ontvluchten vanwege bedreigingen, zij die hebben overleefd door hun geloof niet openlijk te belijden en christenen die niet meer in leven zijn.”

Ondanks alle dreigingen zijn er juist onder al het geweld een groot aantal moslims die tot het christendom zijn bekeerd. Toen de taliban in 1996 het land overnamen, beval de leider, Mullah Omar, dat alle kerken met de grond gelijk gemaakt moesten worden en dat christenen, inclusief buitenlandse christenen die daar woonden, gelyncht moesten worden. Een aantal werd gevangengezet en gemarteld in de hoop dat zij anderen zouden verraden. Toen het land werd bevrijd van de Taliban kwam er verlichting voor de christenen en andere niet-moslims, omdat de grondwet vrijheid van religie garandeerde. Maar diezelfde grondwet stelt ook dat de islam de staatsreligie is en islamitische geleerden oefenen macht uit over de gerechtelijke en publieke ambtenaren.

Halsmisdrijf

Onder het strenge islamitische regime groeide de kerk in Afghanistan, net als in Iran, tot in 2010. Toen een opname verscheen van een openbare doop, greep de regering van het land in en arresteerde 25 christenen per dag. Honderden christenen ontvluchtten toen niet alleen Kaboel, de hoofdstad, maar ook het land. Velen vertrokken naar Delhi in India. Naast de taliban en de centrale en lokale autoriteiten van het land, is ook Islamitische Staat actief in Afghanistan. Daarnaast kunnen gelovige christenen ook door eigen familieleden of bekenden worden vervolgd. Hun dood haalt nauwelijks de media. Velen worden door eigen familieleden of radicale moslims vermoord, nog voor er een rechtszaak kan beginnen. Zo was er in 2011 een zaak tegen twee christelijke bekeerlingen. Jamal Khan, ambtenaar bij het Ministerie van Justitie, zei toen: “De straf voor afvalligen is de doodstraf en daarop worden geen uitzonderingen gemaakt. Zij moeten tot de dood worden veroordeeld om als voorbeeld te dienen voor anderen.”

De Afghaanse grondwet is gebaseerd op de islamitische sharia, waarin geloofsafvalligheid een halsmisdrijf is. Ondanks al deze dreigingen en het voortdurende geweld, groeit de ondergrondse kerk in het land. In de jaarlijkse ranglijst over christenvervolging plaatste Open Doors Afghanistan op de tweede plaats.