Het is onrustig binnen de uiterst linkse partij La France Insoumise. Het nakende vertrek van oprichter Jean-Luc Mélenchon en de strijd over zijn opvolging zorgt voor een tweespalt binnen de partij.
Volgens sommigen is er zelfs een breuk tussen de partijtop rond oprichter Jean-Luc Mélenchon en de rest van de partij. Een groot deel van de functionarissen en activisten willen verandering zien. Zo stelde de top afgelopen december Manuel Bompard aan als leider van de partij, zonder stemming of overleg met de militanten.
Partnergeweld
De terugkeer van Adrien Quatennens in het parlement zorgt voor nog meer commotie. Quatennens staat dicht bij de partijtop en ondanks zijn veroordeling wegens partnergeweld mocht hij na een korte schorsing opnieuw komen aandraven in het parlement. Dit valt zeer moeilijk bij de achterban, zeker aangezien de partij zichzelf graag als feministisch afficheert. Meer dan duizend activisten ondertekenden een open brief in Le Monde om dit aan te klagen en eisten dat hij uit de partij zou worden gezet.
Om hun onenigheid te uiten, organiseren verschillende opstandige parlementariërs op 16 februari in Bobigny een gezamenlijke bijeenkomst tegen de pensioenhervorming. Onder de sprekers zit niemand van de partijtop en iedereen is erg kritisch over Mélenchon en Bompard. Die laatste was zelfs niet uitgenodigd op de openbare vergadering van 10 januari.
In de pers komt interne kritiek ook vlot naar buiten. “Deze beweging heeft haar feministische engagementen verraden en er is geen weg meer terug. Mélenchon is niet mee met feministische kwesties en zal dat waarschijnlijk ook nooit worden”, zegt een activist over de zaak Quatennens. Een ander zegt dat Mélenchon vast zit in “de oude wereld”. Zelf zegt Mélenchon niet meer op te zullen komen als presidentskandidaat in 2027. Maar “het zijn de omstandigheden die de kandidaturen maken”, temperde de 71-jarige Mélenchon.
Lees ook: