N-VA vindt snelrecht Van Quickenborne niet snel genoeg

Volgens N-VA-Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh is het snelrecht dat minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) wil invoeren niet snel genoeg. Als het voorstel van de minister wordt goedgekeurd, zou het nog steeds 10 tot 70 dagen duren vooraleer een crimineel voor de rechter moet verschijnen. “Dat is niet het supersnelrecht dat hij in december vorig jaar voorstelde”, hekelt Van Vaerenbergh.

De ministerraad zal donderdag naar alle waarschijnlijkheid een wetsontwerp goedkeuren om snelrecht voor aangehoudenen in te voeren. Daardoor kunnen criminelen die hun criminele feiten niet betwisten er weldra voor kiezen om versneld voor een strafrechter te verschijnen. In dat geval zal de crimineel tussen minimum 10 en maximum 70 dagen voor de rechter verschijnen.

N-VA-Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh, tevens voorzitster van de Kamercommissie Justitie, ziet verschillende problemen met het wetsontwerp. Zij ziet niet in waarom aangehouden criminelen zouden kiezen voor de snellere procedure. Het is voor haar ook niet duidelijk of criminelen die er toch voor kiezen een lichtere straf zullen krijgen. Ook de termijn van 10 tot 70 dagen is voor haar niet snel genoeg.

Alternatief voorstel

In een alternatief wetsvoorstel van N-VA vindt de eerste verschijning plaats binnen de vier tot zeven dagen. De uitspraak volgt onmiddellijk op de eerste zitting of na beraad, maar dan wel binnen de vijf dagen. Als een zaak toch wordt uitgesteld, moet de rechtbank die na vijftien dagen in beraad nemen.

“Ons wetsvoorstel ging veel verder dan het ontwerp waar Van Quickenborne nu mee afkomt”, reageert Van Vaerenbergh. “De Raad van State kon zich er ook in vinden en Open Vld diende in het verleden een gelijkaardig voorstel in. Het is dan ook onbegrijpelijk dat ze ons wetsvoorstel niet wilde bespreken en Van Quickenborne nu volledig onder de lat gaat.”