Op 18 september was er in het Europese Parlement een bijeenkomst over het aanhoudende geweld op christenen in Sub-Sahara Afrika, op initiatief van de leden Michaela Šojdrová (Tsjechië) en Bert-Jan Ruissen (Nederland). Zij deden dit in samenwerking met Open Doors en SDOK, twee organisaties die zich reeds jarenlang bezighouden met het documenteren van en aandacht vragen voor christenvervolging wereldwijd. Twee Nigeriaanse experts duidden vanuit hun eigen ervaringen het aanhoudende geweld in eigen land. PAL was bij deze gelegenheid aanwezig.
Christenvervolging in Sub-Sahara Afrika neemt al jarenlang zeer ernstige vormen aan. Christenen worden uit hun huizen en dorpen verdreven, zoals bijvoorbeeld in Nigeria, Mali en Burkina Faso. Meisjes en vrouwen worden ontvoerd, verkracht en soms als seksslavin gehouden. Dit kan samengaan met gedwongen bekering tot de islam, denk bijvoorbeeld aan de ontvoering van honderden schoolmeisjes door terreurgroep Boko Haram in Nigeria. Daarbij komt dat er ook christenen worden gemarteld en vermoord. In Nigeria alleen al werden de afgelopen 14 jaar 52.520 christenen vermoord volgens een rapport met als titel ‘Martyred Christians in Nigeria.’
Het probleem in Sub-Sahara Afrika is zichtbaar in de top tien van de jaarlijkse ranglijst christenvervolging van Open Doors. Somalië staat op de tweede plaats, Nigeria is nummer zes en Soedan tiende. Landen als Mali, Burkina Faso, de Centraal Afrikaanse Republiek en Niger zijn respectievelijk te vinden op plaats 17, 23, 24 en 28.
Jihadistische groep in elke regio
Illia Djadi werkt voor Open Doors in het Verenigd Koninkrijk. Volgens hem is er de laatste tien jaar een stijging geweest van gewelddadige aanvallen, niet alleen in Nigeria maar in heel Sub-Sahara Afrika, van Senegal tot Somalië. Djadi ziet verschillende oorzaken voor de enorme toename van het geweld, zoals bijvoorbeeld een gebrek aan goed bestuur in veel landen en een zeer hoog percentage werkloosheid, vooral bij de jongeren.
De radicale islam de grootste vervolger van christenen. Djadi schetst dat er in elke regio tenminste een radicale islamitische groep actief is, waaronder al-Qaeda en Islamitische Staat (IS). Wat deze diverse groepen allemaal gemeen hebben, is de islamitische ideologie. Radicale islamitische groepen streven een islamitische staat of gemeenschap na, gestoeld op de wetten van de sharia. Omdat christenen geen moslims zijn, zijn juist zij volgens Djadi het doelwit van islamitische aanslagen.
(Lees verder onder de tweet.)
Overheid sympathiseert met de islamisten
Ishaku Dawa rondt momenteel zijn proefschrift in de theologie af aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. De media in Nigeria zelf zwijgen over geweld jegens christenen, omdat ze volgens Dawa worden gecontroleerd door de overheid. Hij is ervan overtuigd dat niet alleen politieke of ethnische oorzaken, maar juist ook religieuze het geweld voeden. De overheid doet volgens hem niets om de christenen in het land te beschermen, omdat zij meer sympathie voelt voor de terroristen dan voor hun slachtoffers. Christelijke gemeenschappen moeten zelf maar zien hoe zij verder gaan na aanslagen, zonder hulp van de Nigeriaanse overheid. Duizenden terroristen kregen volgens Dawa een plaats in een zogenaamd rehabilitatie kamp en zij ontvingen ook financiële steun, terwijl de christenen die in vluchtelingenkampen verblijven omdat hun huizen zijn vernietigd, het zonder overheidssteun moeten stellen.
Als we dat hier niet willen moeten we ophouden met gratuit importeren van dergelijk
alternatief vredelievende geloof.