Enkele jaren geleden hebben we het integrale dagboek van Achiel Van Acker kunnen inkijken in het Rijksarchief van Brugge. Van Acker is kritisch over de leden van de monarchie. Jean-Pierre baron Paulus de Châtelet (1920-2000) was de belangrijkste paleisbron van Achiel Van Acker.
De Standaard een tijd terug: “De socialist Jean-Pierre Paulus, vader van de bekende magistrate van PS-signatuur Véronique Paulus de Chatelet, was het archetype van de lakei die niets liever doet dan kwaad vertellen over zijn meesters, in zijn geval de koninklijke familie. Elke roddel, elk gerucht kwam Paulus terstond in het oor van Achille Van Acker gieten. Die noteerde met een intens plezier al die wetenswaardigheden in zijn dagboeken.”
Charleroi
De vader van Pierre is baron Pierre Paulus de Châtelet, (Châtelet, 16 maart 1881 – Brussel, 17 augustus 1959), een Waalse kunstschilder. De tentoonstelling l’Art wallon in Charleroi in 1911 draagt bij tot zijn bekendheid. Hij stelde daar het werk De jeugd (Jeunesse) tentoon. In het kielzog van Constantin Meunier haalt hij zijn onderwerpen bij arbeiders en mijnwerkers. In het interbellum stelt hij op verschillende plaatsen in Europa en de Verenigde Staten tentoon.
Hij tekende het ontwerp voor de Waalse vlag in 1913. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd hij frontschilder. In de gemeente Sint-Gillis, waar Paulus lange tijd woonde, is een park naar hem vernoemd.
Erfelijke adel
In 1951 werd hij opgenomen in de erfelijke adel met de persoonlijke titel van baron. In 1954 verkreeg hij naamstoevoeging van Paulus tot Paulus de Châtelet. In 1956 werd zijn persoonlijke titel van baron omgezet in de overgang van die titel op zijn twee kleinzonen, die de titel op hun beurt met overgang bij eerstgeboorte in mannelijke lijn mochten doorgeven.
Paulus was de vader van hoogleraar en adjunct-kabinetschef van de koning, Jean-Pierre baron Paulus de Châtelet (1920-2000) die op zijn beurt de vader is van oud-gouverneur van Brussel, jkvr. Véronique Paulus de Châtelet (1948). Baron Jean-Pierre Paulus de Châtelet, één van de weinige socialisten van adellijken bloede overleed in Waterloo. Hij werd 80 jaar en zijn carrière speelde zich in hoofdzaak af in de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog.
Hij had tijdens de bezetting rechtenstudies gedaan en was advocaat geworden. Tegelijk werd hij via het Geheim Leger actief in het verzet. Toen België door de geallieerden van de nazi-bezetting werd bevrijd, werd hij, amper 24 jaar, Belgisch verbindingsofficier bij het 7de Amerikaans leger met de graad van kolonel.
Socialisme
Hij was van huis uit socialist (zijn vader Pierre Paulus was een in socialistische kring gevierde schilder van het arbeidersleven in de Borinage, zijn dochter is gouverneur geweest van het administratief arrondissement Brussel hoofdstad), al behoorde zijn familie duidelijk tot de burgerij en de rechtervleugel van de partij.
Jean-Pierre Paulus de Châtelet maakte in 1945-’50 deel uit van socialistische kabinetten. Uiteindelijk werd hij kabinetschef van eerste minister Achiel Van Acker. Bij de ontknoping van de Koningskwestie en de troonsafstand van Leopold III werd Paulus de Châtelet de eerste adjunct-kabinetschef van de jonge Boudewijn.
Kolonie
Walter De Bock in De Morgen: “Eenmaal aan het hof benoemd, werd Paulus de Châtelet vanaf 1954 ook commissaris van de Union Minière namens de kolonie. Andere koloniale mandaten volgden. Zo werd hij gaandeweg een van de weinige socialisten in het koloniale establishment dat toen volledig in handen was van het hof en de Société Générale.”
“Die sleutelpositie en zijn hoge Amerikaanse relaties zorgden ervoor dat hij in de periode van de Koude Oorlog een belangrijke geheimdrager was. Zo was hij was vertrouwd met de geheime afspraken van toen tussen het hof, de Generale en de Amerikaanse regering omtrent de beveiliging van de strategische uraniumreserves in Katanga tegenover de Russen.”
Lumumba
Ook na de onafhankelijkheid van de kolonie in 1960 bleef Katanga een centrale rol spelen voor Jean-Pierre Paulus de Châtelet. Hij pleitte al vroeg voor federalisme in Congo en stond al voor 1960 in contact met de zwarte leider Moise Tjombé in Katanga.
Dat federalisme stond totaal haaks op de politieke visie van Patrice Lumumba. Tjombé zou kort nadien trouwens, met de steun van de Union Minière, de onafhankelijkheid van Katanga uitroepen. Paulus de Châtelet zetelde tot in 1965 in de raad van bestuur van de Union Minière, later werd hij notaris in Waals-Brabant en bleef tot in de jaren ’70 bestuurder van vennootschappen. Zijn overlijdensbericht van 2000 vermeldt dat hij bij zijn overlijden ook ‘de ouderdomsdeken van de dignitarissen van het Belgische Hof’ was.
Achiel Van Acker was ook de man die na de mijnramp van Marcinelle de Marokkaanse arbeiders naar België lokte. Immers de Italiaanse werden niet meer aangemoedigd om naar onze mijnen te komen. Mijnen die toen al verlieslatend waren i.v.g. met de Amerikaanse steenkool. Maar ‘tja, je kon de Waalse mijnen toch niet in de steek laten hé?