Dat de Franstalige partijen met Elio Di Rupo (PS) op kop in 2008 weigerden om een akkoord te sluiten over een staatshervorming, zou hen weleens zuur kunnen opbreken. Op communautair vlak hadden ze toen met cd&v een minder “radicale” partij om mee te onderhandelen. Nu stellen de christendemocraten amper nog iets voor en zal er – om een akkoord te sluiten – met de N-VA onderhandeld moeten worden.
Tussen 2004 en 2008 zaten cd&v en N-VA in een kartel – met toen cd&v duidelijk nog als grote broer. Het kartel moest dienen als Vlaamsgezind, centrumrechts alternatief voor Vlaams Belang. Omdat eerste minister Yves Leterme volgens N-VA te snel toegaf aan de Franstaligen, brak het kartel in september 2008. Geert Bourgeois stapte uit de Vlaamse regering en een dag nadien bevestigde cd&v-voorzitster Marianne Thyssen de kartelbreuk.
Vriendelijke cd&v
Toen is er volgens Karl-Heinz Lambertz, in die tijd minister-president van de Duitstalige Gemeenschap en koninklijk bemiddelaar, een momentum verloren gegaan om met de ‘vriendelijkere’ cd&v een akkoord te sluiten. “Toen haalde N-VA nog maar vier procent bij de verkiezingen”, vertelt hij in een interview met ‘t Pallieterke. “De Franstaligen hebben toen geweigerd om met cd&v samen te werken, hoewel ze hadden moeten weten dat het met die partij minder vijandig omgaan zou zijn dan met N-VA.”
Nu is dat momentum compleet verdwenen en willen de twee grootste partijen van Vlaanderen het land splitsen. Dat was na de vorige verkiezingen ook het geval. PS en N-VA hebben toen een maandenlange parendans opgevoerd, om uiteindelijk uit elkaar te gaan zonder akkoord. “Wat ze er ook van zeggen, die gesprekken waren héél concreet”, vertelt Lambertz. “Uiteindelijk bleek het water te diep.”






