De verschillende ministers van Werk zijn eindelijk overeengekomen een stukje asymmetrisch arbeidsmarktbeleid uit te werken. De gewesten krijgen iets meer autonomie om de werkloosheid en werkgelegenheid te beheersen. Al zit er een addertje onder het gras.
De wet van 15 mei 2014 maakt het mogelijk om het federale arbeidsmarktbeleid toch gedeeltelijk op regionaal niveau te organiseren. In het huidige federale regeerakkoord staat de ambitie vermeld om dat in de praktijk te brengen, maar voorlopig botsten de Vlaamse ministers op een complete blokkering van federaal minister Dermagne (PS). Tot de Interministeriële Conferentie Werk (IWC) van deze week voor een doorbraak zorgde.
Transfer
Vlaanderen mag voortaan zelfstandiger beslissen om de status van werkzoekenden op de arbeidsmarkt in te schatten. Actief beschikbaren moeten zélf actie ondernemen om werk te zoeken, terwijl passieve beschikbaren moeten ingaan op aanbiedingen van VDAB. “Dit is een belangrijke stap in een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid waar elke regio eigen accenten kan leggen”, reageert Vlaams minister van Werk Jo Brouns (cd&v).
Vlaams volksvertegenwoordiger Axel Ronse (N-VA) vindt de uitkomst van de laatste IWC onvoldoende. Want naast een kleine toegeving op het asymmetrisch arbeidsmarktbeleid, werd er afgeklopt op de ‘territoires zéro chômeur de longue durée’. Langdurig werklozen kunnen bij lokale overheden, openbare diensten of niet-commerciële ondernemingen een job voor onbepaalde duur aangeboden krijgen, terwijl ze een deel van hun uitkering behouden. “De IWC blijkt opnieuw een ‘compromis à la Belge”, reageert Ronse.
“Het is toch onvoorstelbaar dat Vlaamse werkgevers hemel en aarde bewegen op zoek naar geschikte werkkrachten”, aldus de N-VA’er. “Dat terwijl andere gewesten met een hogere werkloosheid langdurig werklozen parkeren in door de overheid gesubsidieerde jobs. Dit wordt dus een nieuwe federale geldstroom naar Wallonië en Brussel.”
Lees ook:






