In de vijf zones waarvoor onderzocht werd of er een nieuw windmolenpark te bouwen in de Noordzee, blijkt er geen enkele geschikt. Daardoor komt de ambitie van de federale overheid om een derde energiezone in de zee te bouwen in gevaar. Toch stelt het kabinet van minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) dat de Noordzee nog steeds “een groene energiecentrale” kan worden.
In april kwamen Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de regeringsleden van negen landen naar Oostende. Er werden grootse plannen besproken om van de Noordzee één grote groene energiecentrale te maken, met behulp van windmolens. In het kader van die plannen stelde de Belgische overheid een consultancybedrijf aan om te zien welke zones geschikt zouden zijn voor een nieuw windmolenpark. Nu blijkt dat geen van de vijf onderzochte zones mogelijk zijn, vanwege mogelijke conflicten met andere activiteiten.
Twee energiezones
België heeft al twee energiezones in de Noordzee: de Oostelijke Zone 1, die is volgebouwd met totaal negen windmolenparken, die zijn ontwikkeld tussen 2008 en 2020. In de periode 2034-2047 zouden de parken ontmanteld worden. Daarnaast is er de nieuwe Prinses Elisabethzone, waar momenteel aan gebouwd wordt. Samen moeten de zones voor de productie van 5,8 GW elektriciteit zorgen, met daarbovenop een ‘drijvend zonnepark’ dat mogelijk voor 1 GW extra kan zorgen.
Natuur
Een derde zone, zoals de Belgische regering van plan was, is volgens consultancybedrijf Arcadis een slecht idee. “Dat zou ingaan tegen de belangen van de natuur, de bestaande activiteiten, de kustbewoners en de economie gekoppeld aan scheepvaart en havens”, klinkt het in een uitleg.
Een derde zone wordt dus van tafel geveegd, maar de ambitie om van de Noordzee een grote elektriciteitscentrale te maken, is dat niet. Zo kunnen de huidige windmolens in de eerste zone, kleiner en van de eerste generatie, versneld vervangen worden.
Lees ook:
