Professor Jan van de Beek: “Huidig migratiebeleid creëert een etnische onderklasse”

De Nederlandse professor Jan van de Beek stelt dat het huidige migratiebeleid inhumaan is en een etnische onderklasse creëert. Dat deed hij tijdens de voorstelling van zijn studie naar de komsten van migratie, op vraag van en gefinancierd door het Vlaams Belang.

In 2020 concludeerde de Nationale Bank van België na een studie dat de nettobijdrage van immigranten van de tweede generatie aan de overheidsfinanciën per persoon hoger ligt dan die van autochtonen. “Maar die conclusie kwam er nadat de NBB een foute methodiek gebruikte”, reageert de Nederlandse wiskundige prof. Jan van de Beek. Op vraag van het Vlaams Belang voerde Van de Beek dan maar zelf een studie uit, met hoofdzakelijk dezelfde cijfers als diegene die de NBB gebruikte.

Andere methodiek

De NBB keek naar één specifiek jaar in het leven van een migrant. Omdat migranten op dit moment gemiddeld genomen jonger zijn dan autochtonen, zijn er meer op beroepsactieve leeftijd en ligt hun nettobijdrage aan de schatkist hoger. “Maar dat is fout: je moet naar het hele leven van de migrant kijken”, vindt Van de Beek. Op basis van zijn eigen berekeningen concludeert de Nederlander dat een gemiddelde eerstegeneratie-migrant de samenleving zo’n 196.000 euro kost. Iemand uit de tweede generatie kost gemiddeld 63.000 euro.

Op basis van het lijvige rapport beveelt prof. Van de Beek onder andere aan om een veel selectiever migratiebeleid te gaan voeren. Zo is de nettobijdrage van arbeidsmigranten al wat positiever, al zijn die ook gemiddeld ‘slechter’ voor de schatkist dan autochtonen. Terwijl de nettobijdrage van een migrant uit Noord-Amerika vaak positief is (195.000 euro), kosten arbeidsmigranten uit het Midden-Oosten, Pakistan en Afghanistan de schatkist nog steeds geld.

De ‘duurste’ migranten zijn vluchtelingen, blijkt uit de studie. Het huidige vluchtelingenbeleid noemt de professor niet alleen duur, maar ook inhumaan. “We lokken via de sociale zekerheid mensen naar hier, maar ze mogen niet met de veerboot of met het vliegtuig komen”, legt hij uit. “Ze moeten een helse tocht afleggen en verdrinken vaak onderweg. En eens ze hier zijn, gaan onze beleidsmakers er niet mee aan de slag.”

Te weinig data

Een van de redenen waarom er in ons land niet grondig over de gevolgen van migratie gesproken kan worden, is dat er te weinig gegevens (mogen) bijgehouden worden. Zo is het in België niet toegestaan om etnische gegevens bij te houden over tewerkstelling, criminaliteit… Tijdens de persvoorstelling haalde Tom Van Grieken Marion Van San aan, die ‘gecanceld’ werd nadat ze een rapport schreef over de gevolgen van migratie. “En sindsdien staan we stil, terwijl Nederland ondertussen de beste data heeft.”

“Daar moet verandering in komen”, vindt ook Ortwin Depoortere. Het Kamerlid voor Vlaams Belang hoopt dat de politiek zo snel mogelijk probeert om meer data te verzamelen. “Anders kunnen we geen debat voeren”, besluit hij.