Het linkse tot extreemlinkse Nouveau Front Populaire (NFP) heeft iets langer dan een week na de vervroegde parlementsverkiezingen, nog altijd geen leider. De vier partijen binnen dit blok hebben reeds zes kandidaten naar voren geschoven, die allemaal werden afgewezen. Een ultra linkse alliantie vormen om het Rassemblement national (RN) te counteren was gemakkelijk. Consensus bereiken over wie nu eigenlijk het voortouw moet nemen is dat niet.
In de meeste gevallen wordt de kwestie van wie de partij zal leiden afgesproken nog voor de stemmen zijn geteld. Het Rassemblement national schoof Jordan Bardella naar voren als kandidaat premier, terwijl de centristen zich schaarden achter Gabriel Attal. Indien het NFP er niet in slaagt om snel een leider naar voren te schuiven, kunnen hun tegenstanders een alternatieve coalitie voorstellen en de extreemlinkse alliantie doorbreken.
Onderling gekibbel
Sinds het NFP op 10 juni werd gelanceerd, is het niet van kritiek gespaard gebleven. Onder meer Franse president Emmanuel Macron heeft moeite om de alliantie serieus te nemen. Samen verenigen om het RN te counteren, zonder eenzelfde visie te koesteren met betrekking tot hete geopolitieke hangijzers (Gaza & Oekraïne). Het NFP zou binnen de Assemblée Nationale zo’n 190 van de 577 zetels inpalmen. Dat is genoeg om te winnen, maar niet om een meerderheid te behalen. Van de zes kandidaten die al zijn afgewezen, werden er vier voorgesteld door La France insoumise (LFI).
Het LFI vindt dat ze recht heeft op leiderschap aangezien ze de grootste linkse groep vertegenwoordigen binnen het parlement. De Socialisten daarentegen stellen dat zij de ’beste linkse partij’ waren bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Men zou beter zeggen de minst slechte. De groenen en communisten leggen dan weer druk bij het LFI door te pleiten voor een kandidaat van buiten de politieke sfeer. De tijd dringt echter voor het NFP, komende donderdag wordt de voorzitter van de Assemblée verkozen. Ook hierover heerst er onenigheid. Het NFP als drijvende kracht in Frankrijk blijkt dus relatief onwaarschijnlijk.