Er is wat aan de hand in de stad van ‘Licht en Liefde’. Jobs staan op de tocht. De stad is virtueel failliet en het eens zo geroemde middenveld wordt herleid tot een bende profiteurs en subsidieslurpers. Burgemeester Mathias De Clercq ligt al weken ziek te bed met een ernstige besparingsziekte, maar staat voor het eerst de pers te woord. “Ik kom terug. Positiever dan ooit!”
MATHIAS: “Ah, de mannen van Pallieter. Blij dat jullie er zijn. Sorry dat ik wat later ben, maar mijn ochtendloopje is wat uitgelopen omdat ze weer voor mijn huis aan het protesteren waren. Ik moest helemaal omlopen om via de achterdeur te gaan. Maar toch een goede tijd neergezet, hoor.”
Maar meneer De Clercq, bent u dan niet ziek?
MATHIAS: “Jawel, moet je mijn doktersbriefje zien? Ik ben heel ziek. De dokter wil dat ik negatieve mensen vermijd. Ik ben daar allergisch voor. Vandaar dat ik even uit de politiek stap tot dit hele gedoe overgewaaid is. Het is belangrijk voor heel Gent dat ik positief kan blijven.”
Met een schuldenberg van een miljard euro en draconische besparingen?
MATHIAS: “Auw! Auw! Durft u wel? Deze woorden zijn dus het probleem, hé. Kunnen we het alstublieft hebben over de opportuniteitenberg en de heroriëntering van middelen? Dat is uiteindelijk wat het is, hé. We heroriënteren belastinggeld naar de bank om de opportuniteitenberg te doen slinken. Die opportuniteiten verdwijnen dan wel. Dus we moeten er snel bij zijn.”
U bent me even kwijt.
MATHIAS: “Zie je nu wel hoe de pers niet tegen positiviteit kan? Jullie zijn de zieken. Niet ik. Kijk, de opportuniteitenberg zit vol kansen om warme en constructieve projecten te schrappen die alleen maar geld kosten. Dan zijn we in de toekomst weer gezond. Volgens de bank zal dat ergens in 2035 zijn, maar ik heb het zelf uitgerekend en dat kan al tegen volgende maand. De 24ste augustus om precies te zijn. Wist u dat wij een fortuin besteden aan politie en inburgering? Waarom eigenlijk? Iedereen is een Gentenaar. De hele stad is een liefdevolle inburgeringsmachine en de politie is dus volledig overbodig. De Gentenaar is geen crimineel, hé. Dat zijn de warmste en meest lichtgevende mensen ter wereld. Straatverlichting hebben we dus ook niet nodig. We zien mekaar van ver komen. En dat is nog maar een begin, hé. Iedere dag zie ik opportuniteiten. Gisteren las ik de kritiek van de oppositie op mijn beleid in de krant. Ik werd er ziek van. De Gentenaar dus zeker. Als we die oppositie afschaffen, is dat een positieve heroriëntering van middelen en een investering in de volksgezondheid. Opportuniteit na opportuniteit biedt zich aan. Begrijpt u het nu?”
Toch niet helemaal. U moet toch ook meer dan 400 medewerkers laten ontslaan? Dat is toch pijnlijk?
MATHIAS: “Auw! Auw! Stop het! Als u het zo zegt, is dat natuurlijk pijnlijk. Doe dat dan niet. Die mensen worden niet ontslagen. Ze worden geheroriënteerd naar de werkloosheid en dan lost het probleem zich over 24 maanden alweer op met een verrassend positieve wending.”
Ik vrees dat u me weer kwijt bent, hoor!
MATHIAS: “Wel, dat zit zo. Ondanks mijn allergie aan negativisme, probeer ik toch nog de media te volgen. En daar stond een fantastisch positief artikel in, als je het met de juiste mindset leest. Als het goed is wat Arizona doet, zeg ik dat gewoon. Ik las dat de regering de werkloosheid in de tijd gaat beperken tot maximum twee jaar. Dat betekent dus dat 6.200 mensen in Gent niet meer werkloos gaan zijn in 2027. Dat zijn extra inkomsten voor de stad en de heroriëntering van middelen uit het OCMW naar warmere projecten. We gaan geld te veel hebben. En dat is goed, want ik zit vol positieve plannen. Zo wil ik subsidies uitdelen aan mensen die hun vuilbakken buiten zetten.”
Staat de Gentenaar nog wel achter u?
MATHIAS: “U kan zich dat niet voorstellen. Iedere dag puilen mijn mailbox en brievenbus uit van de berichtjes. Ik lees ze niet, hoor. Ik probeer toch de voetjes op de grond te houden. Maar iedereen wil duidelijk een ander en beter beleid. En daar sta ik voor.”









Het is beter te zwijgen en een dwaas te worden genoemd
dan te spreken en alle twijfel daarover weg te nemen. Seneca
Les cons, ça ose tout. C’est même à ça qu’on les reconnaît.
Michel Audiard in Les Tontons Flingueurs (1963 )