De aanstellerij en de deugpronkerij van politici als Sammy Mahdi en Conner Rousseau rond de Gaza-crisis verbergt een dieper probleem: de ontstellende intellectuele en inhoudelijke lichtheid van deze generatie politici. Vroeger was het zeker niet veel beter, maar een aantal factoren maken dat deze partijvoorzitters, geobsedeerd door aandacht en goede scores, in de media het enige oppervlakkige doel zijn geworden.
Lange nachtelijke debatten en stemrondes in de federale Kamer zijn geen recent verschijnsel. Toen Karel Dillen begin jaren 1980 het spreekgestoelte mocht bestijgen, was dat vaak in de vroege uurtjes. Als enige verkozene van het Vlaams Blok kwam hij dan ook als laatste aan het woord. Tijdens een van die nachtelijke debatten opende Dillen zijn speech met de woorden: “Zoals Guido Gezelle zei, de dichter: ‘Ik wou dat ik thuis en in mijn bedde waar.’” Het was toen normaal dat verkozenen des volks hun kennis over de geschiedenis of zelfs literatuur etaleerden. Met een kwinkslag als het kon.
“De ene probeert de andere te overdonderen met passages in de media, en doet dat op een manier die niet overtuigt”
Een recenter voorbeeld: tijdens de vermaledijde onderhandelingen in Hertoginnedal na de verkiezingsoverwinning van het cd&v-N-VA-kartel onder leiding van Yves Leterme was de politieke lucht bezwaard door communautaire spanningen. Tijdens de ellenlange palavers hadden N-VA-voorzitter Bart De Wever en Open Vld-onderhandelaar Karel De Gucht wel de tijd om te filosoferen over de impact van… de splitsing van het rijk van Karel de Grote in 843 op de huidige Belgische communautaire verhoudingen. We spreken van 2007: ook toen waren politici nog duidelijk beter geschoold of hadden ze een grotere parate kennis dan die van vandaag. En men maakte nog tijd voor een inhoudelijke discussie.
Ook voor Mahdi en Rousseau tellen de kliks
Deze twee voorbeelden moeten niet aantonen dat politici vroeger veel slimmer waren. Dit blad heeft in de voorbije acht decennia meermaals gewezen op het overtal aan opportunisten en carrièristen in de Wetstraat, waarbij intelligentie geen voorwaarde moet zijn om op te klimmen. Maar een objectieve waarnemer kan er niet omheen dat het niveau van het gros van de huidige politici – niet van allemaal voor alle duidelijkheid – sterk gedaald is. Dat is te merken aan de houding van de jonge partijvoorzitters als Sammy Mahdi (d&v) en Conner Rousseau (Vooruit).
Het is hier niet de bedoeling om de politiek-electorale finaliteit van hun recente uitspraken over het drama in de Gaza-strook te analyseren. Iedereen weet dat opportunisme, aanstellerij en deugpronkerij een rol spelen. Hun dreigementen om de regering te doen vallen, hebben veel te maken met hun profileringsgedrag. En de zoektocht naar aandacht, lees ‘clicks’, op de nieuwssites die zo hun zichtbaarheid bij de bevolking vergroten. Om via zo’n weg politiek te scoren, is intelligentie eerder een hinderpaal dan een troef. En het moet gezegd: intellectueel zijn Mahdi of Rousseau niet van het hoogste niveau.
Tussentaal als norm
De lichtheid van het betoog van deze politici is ontstellend. Dat de twee voornoemde partijvoorzitters elkaar niet kunnen luchten, maakt het nog erger. De ene probeert de andere te overdonderen met passages in de media, en doet dat op een manier die niet overtuigt. Sammy Mahdi is de opportunist bij uitstek. Het is een omschrijving die je zowel bij cd&v’ers hoort als bij mensen die persoonlijke gesprekken voeren met de christendemocratische partijvoorzitter. Hij praat zijn gesprekspartners naar de mond. Een goed voorbeeld daarvan is trouwens het interview dat Mahdi een paar weken geleden in ‘t Pallieterke gaf: plots kreeg de meerwaardebelasting een communautair etiket. Vooral de Vlamingen zullen ze betalen. Wat trouwens juist is, maar voor een niet-Vlaams-nationalistisch publiek zal je Mahdi dat nooit horen zeggen.
Wat Conner Rousseau betreft, valt de ongelooflijke lichtheid op door de tussentaal die hij gebruikt. Een taal die bovendien doorspekt is met woorden op kleuterklasniveau. De Vooruit-voorzitter denkt dat hij daarmee misschien zijn traditionele achterban met veel laaggeschoolden in zijn thuisstad Sint-Niklaas kan overtuigen, maar dat is de eigen kiezers onderschatten. Mensen willen niet als een klein kind worden behandeld. De tussentaal als norm wijst eerder op de domheid van bepaalde politici.
Enkel via de particratie is succes mogelijk
Een vaak vergeten reden van het succes van oppervlakkige politici is het systeem van de particratie. Wie daarin zijn weg vindt, kan gemakkelijker carrière maken. Een goed communicator zijn is een bonus, eerder dan een dossiervreter. Dat dateert natuurlijk niet van vandaag, maar het is een versterkende factor. Dat heeft te maken met het systeem van partijfinanciering waarbij de politieke organisaties echte kaskoeien zijn geworden en in bepaalde gevallen over zoveel geld beschikken dat het investeringsfondsen en vastgoedbeheerders zijn.
Het kapitaal waarop men zit, verhindert een gezond systeem van creatieve destructie van partijen. Zonder het huidige royale systeem van partijfinanciering zou Open Vld al lang zijn uiteengevallen, en kunnen individuele talentvolle politici of groepen van politici met alternatieven komen. Plus hun inhoudelijke sterkte electoraal verzilveren. Dat is nu veel moeilijker, nog los van de kiesdrempel van 5 procent die nieuwe politieke bewegingen tegen een muur doet botsen.
De ziekte om constant te communiceren
Een andere tendens die wijst op het zwakke niveau van politici, is de behoefte om constant te communiceren. Dat is een ziekte die door de paarse en de paars-groene regeringen is ingevoerd aan het begin van de eeuw. Blijkbaar moet je als politicus vooral goed zijn in communiceren om non-beleid of slecht beleid uit te leggen, gemaakt verontwaardigd te doen, maar zeker niet goed te besturen.
Dat gebeurt vaak in een een-tweetje met de media, die zelf onder druk staan om op hun websites met infantiele en belachelijke quotes te scoren en daarmee hun ‘targets’ qua ‘clicks’ te halen. Het verklaart waarom Conner Rousseau niet veel moeite moet doen om in prime time om 19 uur in het VTM- of VRT-journaal te komen. Het is een vorm van collusie tussen pers en politiek. Vroeger was het vooral omdat pakweg de VRT veel sympathie had voor – het is geweten – rode politici. Anno 2025 trekken showfiguren als Rousseau en Mahdi meer kijkers dankzij hun simplismen, en daar varen de zenders en kranten ook goed bij. Het niveau van het politieke theater is daarentegen het grootste slachtoffer.
Meer over binnenlandse politiek
VRT en VTM hebben als doel het IQ te verlagen en de aandachtsspanne te verkleinen. VRT als marxistisch medium. Gelijkheidsprincipes, cultuurrelativisme en maakbaarheid. Niveau zo laag mogelijk om zoveel mogelijk kijkers te indoctrineren. VTM als commercieel medium. Moorden, seksuele capriolen en sport. Niveau zo laag mogelijk om zoveel mogelijk kijkers te doen kopen.