Anderhalve maand later dan gepland heeft de federale Arizona-regering eindelijk een begrotingsakkoord. De trein der traagheid rijdt opnieuw, zo lijkt het. Maar eerste minister Bart De Wever lijkt die slakkengang bewust in te zetten als politiek wapen. Met succes: MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez knipperde als eerste met de ogen. Lees hier onze volledige analyse.
Geen advertenties meer?
Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!
Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:
Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!
Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.
Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!
Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.
Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.
Wekenlang lag hetzelfde klavertje vier op tafel: een indexbijsturing, hogere btw-tarieven, minder groei in gezondheidsuitgaven en activering van langdurig zieken. De constante crisissfeer binnen Arizona zorgde ervoor dat niemand vooruit kwam. Tot begin deze week De Wever een akkoord bereikte dat amper verschilt van zijn eerste voorstel. De btw-verhoging wordt een bijsturing van consumptiebelastingen, de indexsprong een indexering in vast bedrag boven 4.000 euro. Het gevoel overheerst terecht dat we in 2026 en 2027 een herhaling van dit scenario krijgen.
Arizona versus Vivaldi: lood om oud ijzer?
De vergelijking met de vorige Vivaldi-regering dringt zich op. Ook daar werden in het begin cruciale beslissingen genomen – denk aan het minimumpensioen van 1.500 euro – waarna interne strubbelingen het beleid lamlegden. Bouchez fungeerde toen als luis in de pels, zoals hij dat nu opnieuw doet. De staat van genade van Arizona duurde evenmin lang. Na hervormingen rond werkloosheid, arbeidsmarkt en pensioenmalus lijkt de trein bij de begroting tot stilstand gekomen.
Toch is die parallel kort door de bocht. De hervormingsagenda van De Wever gaat veel verder dan die van De Croo. De maatregelen hebben impact op de vergrijzingskosten: de stijging wordt tegen 2070 gehalveerd. Onder Vivaldi ontspoorden de uitgaven bewust. De Nationale Bank wees op de explosie van sociale uitkeringen, vooral door welvaartvaste uitkeringen die niet enkel met inflatie, maar ook met reële lonen stijgen. Daar zet De Wever een rem op. Het gelijkstellen van beide regeringen qua sociaaleconomisch beleid is ongepast.
De Wevers slakkengang lijkt een bewuste strategie. Door moeilijke begrotingsbesprekingen uit te stellen en de kaarten dicht tegen de borst te houden, worden coalitiepartners murw geslagen. Tot hij plots een finaal bod op tafel gooit. Hij rekende erop dat Bouchez als eerste zou zwichten. Wat dus gelukt is. De eerste minister profileert zich zo als bezadigd staatsman, zoals bleek uit zijn uitval naar Vincent Van Quickenborne over Money Control. “Permanente staat van grote opwinding”, verweet De Wever hem, “geen gedrag voor volwassenen.” Later excuseerde hij zich, maar het past in zijn imago-building. De Wever gebruikt de traagheid in zijn voordeel.







