Rechtbank verwerpt vraag van Abdeslam om niet terug te moeten keren naar Frankrijk

De Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel heeft het verzoek van Salah Abdeslam om zijn straf uit te kunnen zitten in België verworpen. Abdeslam wilde verhinderen dat hij na het proces over de aanslagen in Brussel zou moeten terugkeren naar Frankrijk, waar hij al veroordeeld werd voor zijn rol in de aanslagen in Parijs. “Me terug naar Frankrijk sturen, is me naar de dood sturen”, zei Abdeslam zelf. Volgens de rechter kon onvoldoende aangetoond worden dat zijn mensenrechten geschonden zouden worden.

Vorige week maandag had de verdediging van Abdeslam aan de rechter in kort geding gevraagdg om te verbieden dat België hem zou overleveren aan Frankrijk, na afloop van het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. Abdeslam wil zijn straf in België uitzitten en hij beweert dat zijn mensenrechten in Frankrijk geschonden worden. “Me terug naar Frankrijk sturen, is me naar de dood sturen”, reageerde hij zelf.

Niet aantoonbaar

De rechter in kort geding oordeelde dat dat niet aangetoond kon worden. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Handvest van de grondrechten van de EU zouden niet geschonden worden in Frankrijk. Volgens de kortgedingrechter verhindert een detentie in Frankrijk niet dat hij bezoek kan krijgen van zijn omgeving, vermits het een buurland is van België.

Salah Abdeslam werd al veroordeeld voor de aanslagen in Parijs en riskeert voor zijn rol bij de aanslagen in Brussel een levenslange celstraf en een terbeschikkingstelling van 15 jaar. Zijn verdediging dreigt er echter mee naar Cassatie te stappen als hij ook voor de aanslagen in Brussel veroordeeld wordt. De advocaten roepen daarvoor artikel 62 van het Strafwetboek in. Dat stelt dat bij samenloop van verschillende misdaden enkel de zwaarste straf uitgesproken wordt.

Lees ook: