Twee telgen van de adellijke familie d’Aspremont Lynden hadden in de jaren 50 en 60 een grote invloed op koning Boudewijn. Op 24 oktober 1960 schreef Gobert d’Aspremont Lynden, grootmaarschalk van het hof en neef van de toenmalige minister van Afrikaanse Zaken Harold, een nota gericht aan koning Boudewijn.
Die nota ging over de vraag wie er zou worden uitgenodigd op het aanstaande huwelijk van Boudewijn en Fabiola, dat op 15 december van dat jaar zou plaatsvinden. “Wat de koning van Rwanda, Kigeri, betreft, stelt het probleem (van het al of niet uitnodigen) zich niet, want hij zal worden opzijgeschoven”, meldde de grootmaarschalk. Het is maar een van de vele elementen.
Gobert graaf d’Aspremont Lynden (1895-1975), ambassadeur en grootmaarschalk aan het Hof, trouwde in 1920 met Marie Blanche barones d’Overschie de Neeryssche (1897-1990). Ze kregen tien kinderen, met afstammelingen tot heden.
D’Overschie is een Zuid-Nederlandse adellijke familie, van Hollandse oorsprong. Oorspronkelijk woonden de d’Overschies in Brussel op de ‘Waalse Platse’ en hadden de herenboerderij Landas in Sint-Renelde als buitengoed.
Goed ter IJse
In 1735 kocht Charles-Joseph d’Overschie het “Goed ter IJse”, een omgracht jachtpaviljoen in Neerijse. Zijn tweede zoon, Jean Albert, erfde het en verbouwde het tot een aanzienlijk kasteel, waarrond hij een uitgebreid park aanlegde. Het werd tot in 1892 door afstammelingen bewoond en ging in 1892 over naar de familie de Bethune Hesdigneul, door huwelijk met Anne d’Overschie (1871-1908). Het werd weldra verkocht en volgde nadien een grillige weg: kindertehuis, ziekenhuis, hotel-restaurant en appartementen.
Gobert was grootmaarschalk van 1954 tot 1962. Hoewel er geen hiërarchie bestaat, wordt de grootmaarschalk beschouwd als de coördinator van alle departementen van het paleis. De functie is een tijdje geleden afgeschaft.
Harold
Harold graaf d’Aspremont Lynden (1914-1967), burgemeester van Natoye, provincieraadslid van Namen, minister van Afrikaanse Zaken en senator. Hij trouwde in 1941 met Doris barones van der Straten Waillet (1916-1967), dochter van Joseph-Louis van der Straten Waillet, burgemeester van Waillet. Ze kregen vijf kinderen, met afstammelingen tot heden.
D’Aspremont Lynden (ook: D’Aspremont Lynden de Maillen) is een geslacht waarvan leden sinds 1816 tot de moderne Belgische adel behoren, met de titel van graaf/gravin.
Beschuldiging van België
De bewezen stamreeks begint met Thierry van Lynden (†1566), die in 1520 huwde, eerste vermelding van een lid van dit geslacht. In 1676 en 1677 volgden adelsbesluiten van keizer Leopold I voor nazaten van dit geslacht, met de titel van graaf op allen. Ferdinand d’Aspremont-Lynden was graaf van het rijksgraafschap Rekem. Sinds Ferdinand Gobert d’Aspremont Lynden streden diverse telgen in Oostenrijkse dienst.
Het kasteel d’Aspremont-Lynden, Kasteel van Barvaux-Condroz het Château du Ry en het Château de Mouffrin behoren tot de familie. In 2009 schreef Arnoud d’Aspremont, zoon van Harold, een artikel in Le Soir. D’Aspremont: “De leden van het ‘Collectif mémoires coloniales’, die de stelling overnemen van een boek dat Ludo De Witte in 2000 schreef over de moord op Patrice Lumumba, schreven een carte blanche die op 28 januari in Le Soir werd gepubliceerd en waarin ze de Belgische regering van die tijd en in het bijzonder haar minister van Afrikaanse Zaken, Harold d’Aspremont Lynden, rechtstreeks beschuldigen.”
“De auteurs halen als bewijs de telex aan die Harold d’Aspremont L., toenmalig minister van Afrikaanse Zaken, op 6 oktober 1960 stuurde naar het hoofd van de Belgische Technische Missie in Elisabethstad, waarin in de laatste paragraaf staat dat ‘het belangrijkste doel dat moet worden nagestreefd in het belang van Congo van Katanga en van België uiteraard de definitieve eliminatie van Lumumba is’. De vraag is natuurlijk of mijn vader de fysieke of de politieke eliminatie nastreefde.” Een goede vraag. Het toont in elk geval aan dat de kwestie nog steeds actueel is voor deze adellijke familie.
Eén zaak komt in dit artikel duidelijk naar voor ; die ganse, onverkozen maar zeer invloedrijke obscure club kasteelheren is een zuiver frankofoon gedoe. En die toestand is er nog steeds.
De vraag is natuurlijk of mijn vader de fysieke of de politieke eliminatie nastreefde (sic). Waarom moest de premier van een soeverein land (Congo) vermoord worden? Wie waren de huurdoders en opdrachtgevers? Was wijlen generaal Dwight Eisenhower toen geen president van VSA? Een koud kunstje om via de CIA (Belgische) huurdoders te ronselen. Conclusie: Lopen de nationalisten in België heden dage ook het gevaar om vermoord te worden indien zou blijken dat het cordon sanitaire doorbroken wordt. Hypothese die niet mag uitgesloten worden gezien dat Belgische regering, met de liberalen aan de knoppen, anno 2024 wapens levert aan een schurkenstaat om Gaza te vernietigen, zolang het nog kan.
Die neger heeft brute pech gehad op dat hij tegen de tricolore haren heeft ingewreven.