Afgelopen zondag vonden in Venezuela de eerste verkiezingen in 11 jaar tijd plaats. Voor veel Venezolanen was dit het uitgelezen moment om zich eindelijk te ontdoen van de extreemlinkse dictator Nicolás Maduro. Maar hoewel de oppositie mijlenver voor lag in de peilingen, werd Maduro toch uitgeroepen tot winnaar van de verkiezingen, en dus opnieuw tot president van Venezuela.
Volgens de oppositie is er echter sprake van fraude. Edmundo González, de oppositiekandidaat, claimde namelijk zelf de overwinning. Volgens de oppositie zou González maar liefst 70 procent van de stemmen hebben behaald, in tegenstelling tot de 44 procent die hij volgens Maduro’s telling zou hebben behaald.
Maduro: ”een triomf voor vrede en stabiliteit”
President Maduro, die al sinds 2013 aan de macht is in Venezuela, noemde zijn zelfverklaarde overwinning ”een triomf voor de vrede en stabiliteit”. Daar lijkt echter niet veel van in huis te zullen komen. Het Venezolaanse volk zag eindelijk licht aan het einde van de tunnel na 11 jaar extreemlinkse terreur, en lijkt zich niet zomaar te zullen neerleggen bij de verkiezingsuitslag.
Maduro dreigde op zijn beurt ook met geweld voor de verkiezingen en waarschuwde voor “een bloedbad” als hij zou verliezen. De buurlanden van Venezuela houden de situatie alleszins nauwlettend in de gaten. Onder het extreemlinkse regime van Maduro zijn de afgelopen jaren meer dan 7 miljoen Venezolanen het Latijns-Amerikaanse land ontvlucht. Er wordt nu gevreesd voor een nieuwe vluchtelingenstroom.
Reactie Verenigde Staten
Ondertussen hebben de Verenigde Staten, die de politieke situatie in Latijns-Amerika steeds met grote belangstelling volgen, al gereageerd op de verkiezingsuitslag. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, zei onder meer dat hij “ernstig bezorgd” is dat de resultaten “niet de wil van het volk weerspiegelen”. Blinken zei verder dat de internationale gemeenschap nauwlettend toekeek en “dienovereenkomstig zou reageren” als er inderdaad sprake zou zijn van verkiezingsfraude.