Ook de Belgische adel heeft zijn buitenbeentjes. Neem nu Gérard de Sélys, bijgenaamd de rode baron, voormalig radiojournalist bij de RTBF. Gérard de Sélys, geboren Gérard de Selys Longchamps op 29 maart 1944 in Elsene (Brussel) en overleden op 3 januari 2020 in Jambes (Namen), was een Belgische journalist, linkse activist en schrijver.
De Sélys maakte tijdens zijn leven geen geheim van zijn republikeinse en linkse ideeën en was zijn adellijke titel liever kwijt dan rijk. Want hij liep niet hoog weg met de adelstand: een kaste van rijken die alleen bezig is met zichzelf, volgens Gérard. Gérard de Sélys was het tweede kind in een familie van Belgische aristocraten.
De rode baron, de roepnaam van journalist Gérard de Sélys, dateert volgens De Standaard uit de roerige jaren zestig. “Op de ULB was er een actiedag tegen de oorlog in Vietnam. Opeens komt daar een reus in een kameelharen jas op mij afgestormd. “Ah, l’autre baron rouge”, roept hij, terwijl hij zich in mijn armen stort. Dat was baron Allard, de oprichter van Oxfam.”
Walther baron de Selys Longchamps (1915-1995), trouwde in 1941 in Elsene met Anne Farina (1921-1981) en trouwde vervolgens nog tweemaal. Hij kreeg drie zoons en twee dochters uit zijn eerste huwelijk, met afstammelingen tot heden.
Communisme
Nadat zijn ouders, Walther de Selys en Anne Farina gescheiden waren, bracht hij enige tijd door bij een pleeggezin waarvan de vader een voormalige Italiaanse mijnwerker was die in dienst was van de familie Selys Longchamps. Op 14-jarige leeftijd keerde hij terug naar zijn moeder, die inmiddels hertrouwd was met Fernand Spaak, de zoon van de voormalige socialistische premier Paul-Henri. Tijdens de grote staking van 1960 nam hij deel aan pickets, tot groot ongenoegen van zijn moeder en stiefvader. Tegelijkertijd ontdekte hij de werken van Marx en Lenin.
De Sélys was ook vakbondsafgevaardigde van de FGTB op de RTBf-radio. De baron was een fervente anti-kapitalist, auteur van dossiers en pamfletten waarin hij het Europa der rijken, de privatiseringsgolf en de uitwassen van de mondiale economie op de korrel neemt.
De Standaaard: “Het geslacht Selys Longchamps maakte fortuin in de zeventiende eeuw in Luik, waar het drie burgemeesters op rij leverde en geadeld werd. Het was een steenrijke familie: ten tijde van de Franse Revolutie bezaten ze twee derde van het prinsbisdom, de bezittingen van de kerk en de prins-bisschop buiten beschouwing gelaten.”
Al toen hij negentien was, probeerde hij van zijn baronstitel af te komen. “Op Quatre Bras schrokken ze zich een hoedje: dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Het bleek ook niet in een handomdraai te regelen. Ik moest naar de rechtbank, een advocaat inhuren. En ik zat krap bij kas toen. Nadien kwamen er al snel kinderen en de procedure werd alleen maar ingewikkelder. Want een adellijke titel is geen privébezit, die behoort toe aan een familie. In dit land verander je sneller van naam dan dat je van die baron verlost raakt. En dus heb ik me op den duur maar bij mijn particule neergelegd. Ik schrijf mijn naam wel met een accent en Longchamps heb ik laten vallen. Wat doet het er tenslotte allemaal toe? Er zijn belangrijkere zaken in het leven.”
Reactionisme
Stiefvader Fernand Spaak was een aartsreactionair. De Selys in De Standaard: “Hij gaf me ter lering de romans van barones Roxy over de opstand van de chouans in Frankrijk. Die boeken ademden zo’n heimwee naar het ancien régime en zo’n afkeer van de democratie. Wij zijn de besten, was de ondertoon, de adel heeft een godgegeven recht om de wereld te regeren. Het is een overtuiging die nog bij sommige aristocraten leeft. Al zullen ze er zich vandaag wel voor hoeden daar openlijk voor uit te komen.”
Ooit bezat Gérards familie drie kastelen, vandaag is daar geen enkele meer van over. “Mijn grootvader liet het familiekasteel vervallen. In zijn tijd telde het domein nog driehonderd hectare, met flink wat bossen. Maar de man was een gokker en na dertig jaar hield hij geen boom meer over. Het hele fortuin was weg. Mijn vader moest aan de kost komen als wijnhandelaar. En vandaag zitten er zelfs clochards in de familie.”
Ultraconservatief
De kant van Longchamps, die van Sibylle die de Waalse industrieel Boël trouwde, is wel nog rijk en in het bezit van haar voorouderlijke kasteel. Het is volgens de krant “de ultramontaanse tak, conservatief en zeer katholiek”.
Ook het geslacht Selys Longchamps heeft zijn uithangborden. Denk aan de autodidact Michel-Edmond de Selys Longchamps, die in de vorige eeuw naam gemaakt als insectenkundige. En aan jachtpiloot Jean de Selys Longchamps, die in de Tweede Wereldoorlog op zijn eentje het Brusselse hoofdkwartier van de Gestapo mitrailleerde.
De rode baron: “Ooit vroegen ze mijn medewerking bij een documentaire over dat huzarenstukje’. Maar dan moesten ze ook vertellen wat voor een zelfingenomen snob Jean was, vond ik. Hij deed die solovlucht alleen om zijn RAF-collega’s de loef af te steken. De hele escadrille haatte hem. Na dat gesprek heb ik nooit meer iets over de documentaire gehoord.”