Identiteit

BOEK. Ik werd kamer 235 – Lieve Flour over leven in een woonzorgcentrum

KVDP

Opgenomen worden in een woonzorgcentrum (WZC) is een dermate grote wending in een mensenleven, omdat in de praktijk blijkt dat ‘anderen’ voor een groot deel de organisatie van het zelfstandige leven overnemen. Dat ondervond ook Lieve Flour die drie jaar geleden terecht kwam in het Turnhoutse WZC… De Wending. Nomen est omen. Op haar 81ste schreef ze er een boek over. Een beklijvend boek dat de aandacht richt op zowat alle aspecten van het leven in een WZC en de weerslag daarvan op de eigen persoonlijkheid.

Geen advertenties meer?

Ingelogde abonnees steunen niet alleen een van de enige kritische en onafhankelijke media, maar zien ook geen vervelende advertenties. Abonneer je snel en eenvoudig en krijg meteen toegang tot vele duizenden exclusieve artikelen!

Maak hieronder je keuze voor het gewenste abonnement:

Doorlopend abonnement

Maandelijks opzegbaar

€ 9,00

per maand

Eenmalig betalen

3 maanden PAL-abonnement

€ 27,00

per kwartaal

Geen gedoe

12 maanden PAL-abonnement

€ 108,00

per jaar

Liever ook op papier? Bekijk alle abonnementen!

Het doorlopend abonnement wordt automatisch verlengd voor steeds één maand.

Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!

Steun het vrije woord met een online abonnement van 3 maanden via een eenmalige betaling.

Liever ook op papier? Bekijk al onze abonnementen!

Steun het vrije woord met een eenmalige betaling en je zit een jaar goed.

Log hieronder in om dit bericht volledig te lezen. Ben je al ingelogd, kijk dan op je account of je nog een actief abonnement hebt.

Lieve Flour is een kritische, zelfbewuste vrouw bij wie het hart op de tong ligt. Ze werd ouder en is ziek, maar toch nog fit genoeg om dingen te doen en – vooral – zelfstandig te denken. Haar boek werd een bloemlezing van herkenbare feiten die zich voordoen in een WZC, zowel binnen het kader van de hulpverlening, het gevoerde beleid als de omgang met anderen – gaande van medebewoners over verzorgenden en beleidsmensen. Ze vertelt niet alleen haar verhaal, maar indirect ook dat van zoveel medebewoners in haar WCZ of elders, die het niet meer gezegd krijgen en lijdzaam alles ondergaan.

Recht op privacy

Haar grootste zorg is het recht op privacy dat een mens verliest als de stap naar een WZC wordt gezet.“In het begin mag je niet doen wat je nog kunt en daarna kan je niet meer wat je nog mag”, vat ze daarover samen. Het gaat er bij haar om dat WZC-bewoners hun waardigheid en zelfstandigheid moeten kunnen behouden, ook al geven ze een deel van hun vrijheid af. “Wij blijven mensen”, stelt ze herhaaldelijk.

De kamer waarin ze verblijft is haar nieuwe ‘huis’, waarin ze recht heeft op zichzelf en uiteraard binnen perken mag doen wat ze wil. “Maar onze kamer, die in feite een Heilig Huisje zou moeten zijn waar het zorgpersoneel mee zou moeten omgaan zoals het met andere private woningen omgaat, wordt meer als een duiventil benaderd. Iedereen loopt er binnen en buiten, zorgverleners en sommige bewoners lopen binnen zonder kloppen of zich voor te stellen.”

Infantilisering

Lieve is veel ouder dan de verzorgers en verzorgsters, die nog moesten geboren worden toen zij al een volwassen vrouw was. Ze gruwt dan ook vaak over hun betuttelende manier van doen alsof zij en haar medebewoners opnieuw kleuters zijn geworden. Het gebruik van verkleinwoorden is ergerlijk, zeker als men die ook toepast op de naam van de bewoners zelf. Ook hier stelt ze opnieuw dat de waardigheid van mensen met een grote levenservaring en een respectabele leeftijd gerespecteerd dient te worden, zelfs al zijn ze hulpbehoevend of niet altijd meer mee met alles.

Ik werd kamer 235

4.5
Bol.com

Ook al stelt ze vast dat er een positieve trend zit in de wijze waarop zorgverleners en zelfs beleidsmensen via de zorgverleners communiceren met de bewoners over nieuwe beslissingen die hen rechtstreeks aangaan (bijvoorbeeld de dagprijzen, ruimtelijke herschikkingen, nieuwe catering,…), toch is dat een traag proces. Heel vaak sijpelt de boodschap niet of niet altijd goed door, waardoor mensen met vragen blijven zitten.

Regeltjes

Regeltjes zijn nodig, vindt ze, als ze bewoners beschermen en een veilig kader creëren. “In WZC’s gaat men nog steeds uit van de beperkingen van de ouderen, en niet van wat ze willen of kunnen. Dat maakt de zorg zwaarder en de bewoners zieker”, stelt Flour. Regeltjes ontnemen verantwoordelijkheid, zoals medebewoners helpen met allerhande kleine zaken als iemand helpen met eten geven, vlees snijden, iemand met de rolstoel verder helpen. Dit soort rigide regeltjes hoeven niet.

Persoonsgerichte zorg

Lieve Flour pleit voor échte persoonsgerichte zorg, wat een hele uitdaging is voor het personeel dat niet altijd met dat doel voor ogen wordt opgeleid. Met tal van concrete voorbeelden uit het dagelijkse leven van bewoners (maaltijden, verzorging en wasbeurten, persoonlijke intimiteit, omgang met medebewoners, animatie, betrokkenheid van familieleden, levenseinde,…) schetst ze een problematiek die tot nadenken stemt, ook en vooral voor het beleid van hogerhand en ter plaatse. Haar oordeel is soms scherp, maar soms ook mild. Heel creatief als ze is, deelt ze bij de situaties die ze schetst een ‘ster’ of een ‘bloem’ uit, maar ook een ‘gele kaart’ of een ‘rode kaart’. Wie het schoentje past, trekke het aan…

Het boek is geen wetenschappelijke studie, maar Lieve Flour heeft wel heel wat literatuur doorgenomen, waardoor haar boek méér is dan zomaar een persoonlijke getuigenis vol anekdotiek. Ze vond als vanzelf aansluiting bij de vzw Patient Empowerment, waarvan de basisgedachte is dat problemen aankaarten kan leiden tot verbeteringen. En daar is het Lieve Flour op elke pagina om te doen. Wie betrokken is bij deze sector en dit boek negeert, houdt zich beter niet bezig met bejaardenzorg in WZC’s.

Lieve Flour, ‘Ik werd kamer 235 – Leven in een woonzorgcentrum en hoe het anders kan’. Politeia, 2025. 254 p., 24,99 euro. ISBN 9782509046123

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief

Plaats een reactie

Delen