Sinds het begin van de coronacrisis, in maart 2020, werd bij één Belg op zestig al een inbreuk op de coronawetgeving vastgesteld. 96.973 mensen kregen een boete van 250 euro. Omgerekend gaat het dan om zo’n 25 miljoen euro.
Sinds de uitbraak van de crisis werd bij 184.565 Belgen al een inbreuk op de coronawetgeving vastgesteld, zo blijkt uit cijfers van het openbaar ministerie. Eén op de tien inbreuken werd vastgesteld bij minderjarigen. Bij 96.973 verdachten (60 procent) werd een onmiddellijke minnelijke schikking voorgesteld, wat meestal overeenkomt met de zogenaamde coronaboete van 250 euro. Daarvan ging inmiddels 55 procent over tot betaling.
Minderjarigen
Er werden ook 18.786 personen gedagvaard, meestal omdat ze hun minnelijke schikking niet wilden betalen of omdat er sprake was van recidive. Opvallend is dat voor zowat 27.204 verdachten (17 procent van de inbreuken) het dossier zonder gevolg geklasseerd werd omdat er onvoldoende bewijzen waren of omdat er geen sprake was van een misdrijf.
Voor minderjarigen werden er 20.484 dossiers geopend, wat betekent dat 1 op de 10 corona-inbreuken wordt vastgesteld in die leeftijdscategorie. Omdat een minnelijke schikking alleen mogelijk is bij meerderjarige overtreders, kunnen de minderjarigen geen boete krijgen.