Donderdag wilde de Vijfsterrenbeweging haar vertrouwen niet geven aan de huidige meerderheid in Italië. Premier Mario Draghi diende daarna zijn ontslag in. De president weigerde dit en wil dat de partijen de eenheid proberen te herstellen. Dat lijkt makkelijker gezegd dan gedaan.
Draghi, intussen reeds 74 jaar, moet nu een nieuw evenwicht proberen te vinden tegen volgende woensdag, wanneer er een nieuwe vertrouwensstemming komt. Nochtans leent de context zich niet voor veel politiek getouwtrek. Er is de oorlog in Oekraïne en economisch is er maar weinig marge, met onder meer de hoge inflatie en de blijvende problemen met corona. Draghi zelf zou ook niet veel zin meer hebben om de coalitie nog in leven te houden.
De financiële markten reageerden bezorgd op de ontwikkelingen. De euro zakte opnieuw wat verder weg en de renteverschillen tussen Italiaanse en Duitse obligaties, die men beschouwt als een belangrijke risico-indicator, zijn toegenomen. Een probleem in Italië zou wel eens een schok kunnen teweegbrengen in de rest van de EU.
Indien er tegen volgende week woensdag geen oplossing is, trekt men waarschijnlijk naar de stembus in de herfst. Iets wat nog nooit eerder gebeurde na de Tweede Wereldoorlog, aangezien men in die periode over het budget moet beslissen. Italië liet zich onder Draghi gelden als reactie op de Russische inval in Oekraïne, het werkte mee aan de sancties tegen Moskou en de wapenleveringen voor Kiev. Het establishment van de EU ziet zo een grote bondgenoot vertrekken.
Verzwakte regering
Minister van Buitenlandse Zaken Di Maio waarschuwde voor een verzwakte regering in de komende maanden, wat zou betekenen dat men niet voldoende maatregelen kan nemen tegen de stijgende energiekosten. Ook zegt hij te vrezen dat Italië heel wat geld kan mislopen uit het coronaherstelfonds van de EU. Het land moet namelijk wat hervormingen doorvoeren om dat te mogen ontvangen.
De regeringscrisis is het gevolg van de spanningen die er bestonden binnen de Vijfsterrenbeweging. Daar heerste grote interne verdeeldheid rond de wapenleveringen aan Oekraïne. Minister van Buitenlandse Zaken Luigi Di Maio stapte uit de linkse partij wegens het verzet tegen die wapenleveringen binnen de Vijfsterrenbeweging. Hij nam heel wat politici met zich mee. De rest van de partij lijkt nu de regeringsmeerderheid niet meer te willen steunen. Al vallen ze finaal over een economisch plan van Draghi dat de stijgende kosten van levensonderhoud moest bestrijden. Critici menen dat de Vijfsterrenbeweging zich vooral laat leiden door de peilingen.
“Vijfsterrenbeweging heeft geen visie”
We namen contact op met Philip Roose. Hij woont in het Siciliaanse Cataniaen, volgt de Italiaanse politiek vol interesse en schreef ook over het land. Volgens hem is de breuk een samenloop van meerdere problemen. Het steunpakket dat op tafel lag, was effectief de druppel die de emmer deed overlopen. “De Vijfsterrenbeweging kon bepaalde zaken niet verteren.” Zo wilde de Italiaanse regering de regeling rond de leeflonen verstrengen. Het leefloon werd ingevoerd door de Vijfsterrenbeweging en dat zag ze als een dierbaar project waar het weinig aan wilde veranderen. Ook toonde de partij zich “kleingeestig” rond plannen voor een afvalverbrandingsoven in Rome.
Het is de komst van een aangekondigde crisis, meent Roose. De linkse partij deed het al een tijdje slecht in de peilingen en zakte onder de 10 procent, terwijl het de grootste partij van Italië was. “Maar in feite had de partij nooit echt een volwaardige visie, of ideologie. Er is een linkervleugel en een rechtvleugel, een fractie tegen de coronavaccins en een andere voor. Er is een groep tegen de Russen en een groep tegen de NAVO. Met andere woorden, er was een voortdurende interne strijd. Di Maio was zeker niet de eerste vertrekker, maar wel een van de leidende figuren.”
Roose wijst erop dat de Vijfsterrenbeweging ook niet echt leiders heeft. “Elke beslissing gebeurt via een online platform, Rousseau genaamd. De partij hangt er een vorm van directe democratie aan en heeft uit zichzelf geen echte visie op de maatschappij of de samenleving. Het is natuurlijk erg moeilijk om op die manier een land mee te leiden. In de praktijk zorgde dat gebrek aan leiderschap vaak voor chaos.”
Nieuwe verkiezingen
Roose vermoedt dat er nu nieuwe verkiezingen zullen komen. Hij vermoedt dat er veel gevolgen verbonden zijn aan het tijdstip. “Bovendien kennen ze er ook het syteem van lopende zaken, dat kan ingrijpen indien nodig.” Hij wijst er wel op dat veel partijen liever verkiezingen zouden vermijden. “Matteo Renzi bijvoorbeeld haalt met zijn Italia Viva maar enkele procenten meer in de peilingen en is nu nog veel groter. Ook de Lega heeft weinig te winnen. Giorgia Meloni van de conservatieve Fratelli d’Italia, nu nog in de oppositie, lijkt het meest te verlangen naar verkiezingen, gezien de goede resultaten die de partij haalt in de peilingen.”
Volgens Roose zijn verkiezingen een goede zaak. Niet omdat Draghi het slecht zou hebben gedaan, integendeel. “De huidige premier kwam op het juiste moment, zorgde voor nationale eenheid met zijn technische regering en deed het niet slecht. Hij is gerespecteerd door Duitsland en Frankrijk, maar ook binnen de bankenwereld en bij de ECB. Hij heeft geloofwaardigheid in de politiek, in de financiële wereld, bij veel mensen. Al heeft hij ook niet zoveel gedaan, hij kon niet echt hervormen. Maar in Italië is het nu al zo lang een zaak van noodregeringen en crisis. Het is tijd voor een echte, volwaardige regering.”
Lega Nord zou bij de verkiezingen stemmen verliezen aan Fratelli d’Italia. Daar is een relatief simpele reden voor, meent Roose. “De Lega is erg verbonden aan Salvini, en die is toch wat losser in zijn principes. Hij spreekt zichzelf soms vierkant tegen. Zijn profiel is nu eerder vaag. Meloni heeft een veel duidelijker profiel, dat klassiek rechts is. De Lega zwalpt te veel en lijkt daarvoor een prijs te zullen moeten betalen. Het ziet ernaar uit dat de kiezer straks het laatste woord zal krijgen, daar kan niemand echt tegen zijn in een democratie.”