Mogen we binnenkort digitale meters weigeren? 

Digitale meter weigeren. Photonews

Binnenland politiek

Mogen we binnenkort digitale meters weigeren? 

HDG

Elke Vlaming moet verplicht een digitale meter voor gas en elektriciteit laten plaatsen. De kosten daarvan worden verrekend via de verbruiksfacturen van iedereen. Dat besliste de Vlaamse overheid in 2019. Sindsdien werd er zelfs gedreigd met processen tegen wie niet in de pas liep. Maar dat kan nu veranderen door een explosief advies van de SERV, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, waarin werkgevers en vakbonden zetelen.  

De digitale meters gaan maar liefst 3 miljard euro kosten, of 1000 euro per meter, zo berekende de SERV. Dat is een hoge kost voor erg weinig baten. Minister Zuhal Demir, die eerder de verplichting verdedigde, lijkt van koers te veranderen. “Is het sop de kool nog wel waard?”, klonk het. De verplichte plaatsing lijkt dus wel eens van de baan te zijn.

De SERV vertrekt vanuit de vaststelling dat Fluvius, het politiek gestuurde overheidsbedrijf dat gas en elektriciteitsnetwerken beheert in Vlaanderen, de volgende 10 jaar enorm gaat investeren: liefst 10,8 miljard euro. Dat is goed, zegt de SERV, want door de keuze voor warmtepompen, zonnepanelen en elektrische auto’s moeten de netten sterker gemaakt worden. Tegelijk moet de kost bewaakt worden, want Fluvius sleept al 10 miljard schulden mee van werken in het verleden die nog niet afbetaald zijn. Dat kost nu al 165 miljoen euro aan rente per jaar. 

Van die 10,8 miljard euro nieuwe investeringen is maar liefst 1,7 miljard euro voorzien voor de installatie van digitale meters. Dat is veel, als je weet dat er nu al 1,5 miljard euro werd uitgegeven voor de 45 procent van de Vlamingen die nu al zo’n meter hebben. De totale kostprijs stijgt daarmee naar minstens 3 miljard euro, of 1000 euro per meter – die dus betaald wordt door alle Vlamingen via de verbruiksfactuur. 

Kosten stijgen, baten dalen 

De verhouding kosten/baten van die verplichte plaatsing is vandaag helemaal veranderd, zegt de SERV. De kosten van digitale meters stijgen immers, terwijl de baten dalen. Aan de kostenzijde blijkt dat een digitale meter dubbel zo duur is als een analoge meter, en dat de digitale meter bovendien slechts 15 jaar meegaat, terwijl dat voor een analoge meter 30 jaar is. Het is bovendien opmerkelijk dat de plaatsingskost in Vlaanderen dubbel zo duur is als in andere landen.  

Aan de kant van de baten blijken die lager dan gedacht. Het schrappen van de meteropnemers, die van huis tot huis wandelen om de meterstand op te schrijven, werd als grote besparing voorspeld. Maar in praktijk moesten ze vervangen worden door… computerspecialisten.

Ook de voordelen voor ‘het klimaat’ door ‘het verbruik te doen dalen’ blijken onbestaande. Bij gasverbruikers zonder digitale meter daalde het verbruik de voorbije jaren met 18 procent, bij gasverbruikers met een digitale meter slechts met 15 procent. De digitale meter leidt dus niet tot minder verbruik. Van alle bezitters van een digitale meter is er trouwens amper 19 procent die zijn klantenportaal bij Fluvius geactiveerd heeft. De Vlaming zat er duidelijk niet op te wachten.    

Naar een keuzemogelijkheid 

Is er dan een andere mogelijkheid dan de verplichte plaatsing? Zeker, zegt de SERV. Alhoewel Fluvius de voorbije jaren beweerde “het moest van Europa”, stelt de SERV dat er géén Europese verplichting is om tot 100 procent geplaatste meters te komen: “Een volledige uitrol (is) niet nodig, noch netgewijs, noch Europeesrechtelijk (…), omdat kosten hoger en baten kleiner zijn dan aanvankelijk gedacht”, zo klinkt het.

Europa vraagt wel om als doelstelling naar 80 procent te streven. Dat is haalbaar, zegt de SERV, door mensen een keuzemogelijkheid te geven, door voorrang te geven aan plaatsing bij warmtepompen en elektrische laadpalen, en door ervoor te zorgen dat mensen ook echte voordelen hebben van zo’n meter – bijvoorbeeld met informatie over de spanningskwaliteit van het net, een vaak voorkomende oorzaak van schade aan de omvormer van je zonnepanelen.  

Reacties en vragen 

In een eerste reactie lijkt N-VA met minister Zuhal Demir de verplichte plaatsing dus inderdaad te willen herbekijken. Oppositiepartij Vlaams Belang, bij monde van Vlaams Parlementslid Sam van Rooy, gaat akkoord: “De verplichting moet afgeschaft worden.” Een woordvoerder van Test Aankoop denkt dat de verplichting van bij aanvang een verkeerde aanpak was: “Verwachten dat mensen alles zomaar aanvaarden is wat utopisch, vrees ik.” 

Sommige delen van het SERV-advies doen bovendien de wenkbrauwen fronsen. Cijfers en data blijken vaak verzwegen te worden door Fluvius en het is onduidelijk waarom meters en plaatsingskosten in Vlaanderen dubbel zo duur zijn als in de omliggende landen. De vraag die stilaan rijst is of de aanbestedingen in deze miljardenzaak correct gebeurd zijn. Waarom moest Fluvius de meters bestellen samen met netbeheerders uit Brussel en Wallonië? Wie heeft die aanbesteding concreet behandeld? Waarom werden alle meters tot voor kort uitsluitend besteld bij het Franse bedrijf Sagemcom? Er liggen heel wat vragen op tafel.

Lees ook:

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




6 gedachten over “Mogen we binnenkort digitale meters weigeren? ”

  1. N-VA is dé grootste teleurstelling van deze eeuw…
    “Denken, Durven, Doen”
    Maar ze DENKEN dat ze het beter weten dan de gewone burger.
    Ze DURVEN niet néén zeggen – niet tegen de dwaze covid-maatregelen, niet tegen de klimaatwaanzin, niet tegen de Walen, niet tegen ‘België’ en al zeker niet tegen ‘Europa’
    Bovendien DOEN ze zich groener voor dan de Groenen, Belgischer dan de ‘Belgen’ en Europeser dan gelijk welk Europees land.
    Zie ze bezig!

  2. Wachten tot de volgende kop rolt! En Trado’s hopen dat ze Demir kunnen torpederen net voor de verkiezingen. Maar zal het VB zeker nog extra wind in de zeilen geven 👍👍👍

  3. Wat is her voordeel van een digitale meter bij een warmtepomp? Is me niet duidelijk tenzij de meter er voor kan zorgen dat er enkel koud weer is bij lage lektriciteitsprijzen, of moet er dan meer in de kou gezeten worden. Trouwens, men wil een overbelasting van het netwerk vermijden met die digionzin. Er bestaat al jaren een goed werkend systeem waarbij de producen/leverancier zelf kan bepalen hoe zwaar het netbelast wordt namelijk accumulatieverwarming. Al de rest zoals capaciteitst
    arief is enkel een bewijs van totale onkunde en politiek profitariaat.

  4. De digitale meter kon een meerwaarde betekenen, ondanks dat niemand erop zat te wachten. Immers van zodra bekend werd dat hij weeral meer ging kosten dan de gewone terugdraaiende teller, was er al een negatieve onderstroom. Echter Demir wilde per sé dat, ondanks de NIET verplichting van de EU (zelfs dat werd ons eerst niet eens vertelt, het was immers voor NVA verplicht door de EU), deze toch door de strot jagen van de Vlamingen. Immers ze voelde aan dat de Vlaming onafhankelijker werd van het elektriciteitsnet en dus van de vele open en verdoken taksen die naar hartenlust miljarden in de schoot van de overheid werpen, dreigden te verminderen. Een ex-ceo van een energiebedrijf dan maar op het postje Vreg geplaatst, die de kastanjes uit het vuur moest halen, en bovendien bleek zijn loyaliteit nog steeds bij de energiebedrijven te liggen eerder dan bij de gewone Vlamingen, dus de digitale meter werd verplicht. Immers, de energiebedrijven krijgen zo gratis stroom, en de Vlaamse overheid kan om de later eigen terug opgewekte stroom een prijsverschil van X7 eisen en uiteraard allerlei taksen blijven heffen. De zonnepanelen debacle van Freya Vandenbossche waar we nu nog voor aan het afbetalen zijn, ondanks dat voor verschillende al de certificaten zijn uitgedoofd, werden opnieuw gestimuleerd door Tommelein met de belofte de terugdraaiende teller voor 15j te garanderen, ook al kwam er een digitale versie in de plaats. Grondwettelijk hof, eindelijk geen “gerechtshof” in de ware zin van het woord, eerder een uitbolpostje voor politiek uitgespuwden die trouw blijven aan hun partij en zelfs geen rechten moeten gestudeerd hebben, dus zeker niet met het welzijn en de beurs van de Vlaming op de eerste plaats, werd ingeschakeld om Tommeleins belofte ongedaan te maken. De digitale meter werd niet meer terugdraaiend en als pleister op een houten been werd de mogelijkheid geboden je eigen opgewekte stroom “vergoed” te zien (weliswaar aan 10% wat je ervoor later zou betalen, zonder taksen) en werd door diezelfde Vreg toegelaten dat er dikke kosten mogen aangerekend worden als je je eigen stroom aan familie of vrienden zou willen doorgeven. Nu blijkt ook nog dat de installatie van de verwenste digitale meter en de uitrol ervan tot 5x de prijs is vergeleken met het buitenland, dat het “grote voordeel” de meteropnamens helemaal niet overal mogelijk zijn, en dat mensen plotseling een heel pak meer verbruiken. Om deze kostenposten in te dekken heeft de Vreg alweer iets nieuws bedacht: het capaciteitstarief omdat het “net niet overbelast” zou geraken. Denken Demir, de Vreg en Fluvius nu dat de Vlamingen, die duizenden euro’s gespendeerd hebben om toch iets te besparen op hun tweede belastingbrief (de energiefactuur) echt zo dom zijn? Demir zou, alsmede voor haar vergunningsbeleid voor golfcourts in de polders, door de grond moeten zakken van schaamte. Eerlijk en rechtvaardig zou zijn 1. de digitale meter niet verplichten, nu niet en later niet 2. een prosumententaks billijk te behouden, immers wie zonnepanelen heeft gebruikt het net in de zomer om er in de winter zijn stroom af te halen, maar de meter terugdraaiend te houden voor iedereen en 3. het capaciteitstarief af te schaffen want het is niet gelijk voor iedereen. Enkel uit geld gewin voor de Vlaamse (r)overheid en door het gelobby van de energiebedrijven laat ze de boel verrotten en zal de volgende legislatuur, van hetzelfde laken een broek (een nieuwe coalition of losers), een extra 1.7Mia moeten ophoesten voor de verdere verplichte uitrol van het onding, enkel om…wat postjes, wat partijgeld en de machtige energiebedrijven hun zin te geven. Ze is erin geslaagd de Vlamingen tegen elkaar op te zetten, ons allemaal veel meer te doen betalen voor zowel energie als allerlei verdoken taksen en om van de Vreg een onbetrouwbare, vol politiek benoemde graaiers, organisatie te maken. Kortom, zoals op het gebied van milieu en vergunningen, ook op energie voor de werkende Vlamingen een dikke onvoldoende. Wat we zelf kunnen kapot maken, maken we beter kapot…afspraak 9 juni 2024.

Plaats een reactie

Delen