Vlaams minister-president Jambon (links) en Waals minister-president Di Rupo (rechts) - Belga

Binnenland politiek

Steeds minder communautaire conflicten: “Enkel argument om verder te splitsen”

Wannes Neukermans

Maxime Vandenberghe, een doctoraatsstudent aan de UGent, deed een onderzoek naar het aantal communautaire conflicten binnen de federale regering. Dat aantal daalt sinds eind de jaren 70, al blijft het opvallend hoog. Vandenberghe onderzocht alle regeringsconflicten tussen 1979 en 2018 – in totaal ruim 1.300 conflicten. Dat brengt De Morgen.

Met behulp van politieke jaarboeken en digitale krantenarchieven lijstte Vandenberghe alle regeringsconflicten tussen 1979 en 2018 – tot aan de val van regering-Michel 1. Vier decennia van conflicten over allerlei communautaire thema’s in het parlement of elders in de Wetstraat. In totaal komt hij aan ruim 1.300 conflicten, meer dan één per twee weken.

Het gaat niet altijd om grote conflicten, al waren die er in de geschiedenis absoluut wel. Grote voorbeelden zijn de Agusta-affaire en Brussel-Halle-Vilvoorde. Het doel van het onderzoek was voor Vandenberghe om na te gaan of al die staatshervormingen wel nut hebben gehad. Anders gesteld: zijn de spanningen tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars afgenomen sinds België een federale staat is?

Paradox van het federalisme

De algemene wetenschap gaat namelijk uit van de ‘paradox van het federalisme’. Die dominante theorie stelt dat een federale staat zichzelf in de voet schiet, omdat het de honger naar meer regionaal bestuur aanwakkert. De eisen van separatistische partijen voor meer zelfbestuur voor de deelstaten zou steeds groter worden. Kijk naar de N-VA, die met hun confederale model alleen nog het hoogst noodzakelijke wil overlaten aan België. De ellenlange regeringsformaties zijn een bijkomend argument voor een verdere splitsing van bevoegdheden.

Het rapport van Vandenberghe wijst echter het tegendeel aan. “Mijn onderzoek leert dat er zeker geen opwaartse trend is in het aantal communautaire conflicten tussen 1979 en 2018. Ook niet als je het aantal communautaire conflicten afzet tegenover het totaal. Of wanneer je rekening houdt met de ernst van de conflicten”, verklaart de Gentse doctorandus. Er is volgens hem dus eerder een neerwaartse trend zichtbaar.

Toch blijven er opstoten van communautair conflict. Eind jaren 70, midden jaren 80, begin en midden jaren 90 bestonden de conflicten binnen de federale regering voor meer dan de helft uit communautaire kwesties. In 1990 ging het zelfs om 83 procent. Midden jaren 80 woedde de taalstrijd volop in de Voerstreek, met faciliteitengemeente Voeren. Ook de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde was jarenlang onderwerp van verhitte discussies tussen Franstaligen en Vlamingen, eerder deze eeuw.

Federale staat misschien toch miskleun

Hoewel het onderzoek een daling van het aantal conflicten aangeeft, wil Vandenberghe voorlopig geen al te grote conclusies formuleren. “Want een reeks factoren kunnen het aantal conflicten binnen een regering beïnvloeden, bijvoorbeeld de samenstelling van een coalitie en de economische context waarin ze werkt. Bovendien is het niet zo dat akkoorden over een staatshervorming altijd meteen voor afkoeling zorgen”, aldus Vandenberghe.

Hij merkt in zijn onderzoek ook op dat er sinds het akkoord over de zesde staatshervorming in 2011, door de regering-Di Rupo een ongeziene rustperiode is op communautair vlak. Die zesde staatshervorming bestond onder andere uit een hervorming van de Senaat, de splitsing van de kieskring en het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, een hervorming van de Brusselse instellingen, een hervorming van de financiering van gewesten en gemeenschappen en de overdracht van bepaalde bevoegdheden, waaronder arbeidsmarkt, mobiliteit, landbouw en gezondheidszorg. Federaal was er daarna dus minder overgebleven om nog over te ruziën.

Een redenering die Bart Maddens, politicoloog aan de KU Leuven, ook volgt. Hij noemt het een sterk onderzoek van Maxime Vandenberghe, al is het volgens hem niet meer dan logisch dat er steeds minder conflicten op federaal niveau ontstaan. “Door de verschillende staatshervormingen is de conflictmaterie op federaal niveau nu eenmaal verminderd. Alles wat federaal is, leidt tot conflict. Dit onderzoek bewijst dat splitsen werkt.”

Minder bevoegdheden betekenen minder conflict

“Het onderzoek gaat ver terug in de tijd, wat het interessant maakt”, aldus Maddens. “Gedurende die periode zijn er verschillende bevoegdheden van het federale niveau overgeheveld naar de deelstaten. Dat zorgt voor minder conflict, wat uiteindelijk ook de bedoeling was. Alles wat door heel België besloten moet worden leidt tot conflict, omdat er in de regio’s andere beleidspreferenties zijn.” Het overhevelen van bevoegdheden naar de deelstaten is volgens Maddens dus een goede manier om zulke conflicten op te lossen.

Maddens geeft de zaak-Happart als voorbeeld. De benoeming van José Happart, die als Franstalige burgemeester in faciliteitengemeente Voeren weigerde om Nederlands te spreken, leidde toen tot conflict in de federale regering. “In die periode was alles dat te maken had met lokale politiek nog een federale bevoegdheid. Vandaag is dat een bevoegdheid van de gewesten. Kijk naar het conflict in de iets recentere geschiedenis, rond Damien Thiéry in Linkebeek. De Vlaamse regering weigerde hem ook te benoemen, maar dat heeft tot geen enkel moment geleid tot een conflict binnen de federale regering, omdat die niet meer bevoegd was.” Dat toont aan dat de conflicten niet altijd weg zijn omdat ze niet meer op federaal niveau geregeld worden. “Het conflict is daarmee niet weg, maar het bedreigt niet langer de federale stabiliteit.”

Maddens noemt het onderzoek van Maxime Vandenberghe “een bewijs dat splitsen werkt”. Hij wijst daarbij naar de verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië in de gezondheidszorg. “Als je dat volledig zou splitsen, zou het conflict binnen de federale regering opgelost zijn. En vooral omgekeerd: met herfederaliseren (waar bepaalde politici voor pleiten, red.) zal je het conflict alleen maar aanwakkeren op federaal niveau.”

Communautaire winter

Die daling van het aantal communautaire conflicten heeft ook niet enkel te maken met de staatshervormingen. Het feit dat Vlaamse partijen in bepaalde periodes weinig of geen aandacht besteedden aan het communautaire debat, heeft er ook mee te maken. De politicoloog van de KU Leuven bevestigt dat: “Dat geldt inderdaad zeker voor de Zweedse periode (coalitie tussen N-VA, CD&V, MR en Open Vld, red.). De communautaire problemen werden toen echt kunstmatig bevroren. Dat was de deal waarop de Zweedse coalitie was gebaseerd. De N-VA moest in 2014 beloven om niet moeilijk te doen over communautaire thema’s. Tot eind 2018 heeft de N-VA dus gezwegen over communautaire thema’s.”

Niet alleen zweeg de N-VA, het moest zelfs stappen achteruit zetten, volgens Maddens. “Op vlak van taalwetgeving heeft die partij toegevingen moeten doen, net om die communautaire problemen te ontmijnen.” Hij omschrijft het als de fameuze “communautaire winter”. Dat er tijdens die periode in het onderzoek van Vandenberghe weinig communautaire problemen te melden waren, is een evidentie.

Het feit dat de N-VA tijdens die periode geen aandacht besteedde aan de problemen die zich stellen door de verschillen tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel, werd hen niet in dank afgenomen door de Vlaamse beweging. “Veel N-VA’ers zelf waren daar niet mee gediend.”

Splitsen biedt een oplossing

Sinds de N-VA opnieuw in de oppositie zit, zet de partij terug fors in op het communautaire thema, met het confederalisme als stokpaardje. “De electorale divergentie tussen Vlaanderen en Wallonië, en de problemen met de regeringsvorming nadien, zorgden er voor dat het communautaire opnieuw sterk op de agenda kwam. Ook de grote overwinning van het Vlaams Belang had daar mee te maken.”

“Dan is er tot 2020 een periode geweest dat het communautaire opnieuw belangrijk was, totdat de coronacrisis er kwam”, aldus Maddens. “Die coronacrisis heb ik altijd omschreven als een deus ex machina voor België. Die crisis heeft België gered, zeker door het hele discours over de negen ministers van Volksgezondheid, eenheid van commando en dergelijke.”

Dat een verdere splitsing van bevoegdheden de conflicten nog zou verminderen, is volgens Maddens niet meer dan logisch. “Alles wat je splitst, vermindert de conflicten. Neem nu bijvoorbeeld klimaat: de context in de twee regio’s is totaal anders. Vlaanderen is een van de grootste petrochemische clusters ter wereld, sterk geïndustrialiseerd en dichtbevolkt. Wallonië daarentegen is een veel landelijker gebied dat met heel andere problemen wordt geconfronteerd. Die verschillende realiteit, maar ook publieke opinie en media, maakt het heel moeilijk om een nationaal beleid te voeren”, besluit de politicoloog. “En om dat op de lossen, moet je splitsen.” Volgens Maddens mag de conclusie dan ook niet zijn: “België werkt”. Eerder is de conclusie volgens hem: “De enige manier om het Belgische politieke systeem te doen werken, is bevoegdheden afnemen van België.”

https://redactie.palnws.be/2022/05/de-droom-van-bart-de-wever/

PAL Nieuwsbrief

schrijf je gratis in

Blijf op de hoogte met onze dagelijkse nieuwsbrief




Wannes Neukermans (1999) volgt de Vlaamse en nationale politiek op de voet, met een uitgesproken belangstelling voor communautaire thema's.

1 gedachte over “Steeds minder communautaire conflicten: “Enkel argument om verder te splitsen””

Plaats een reactie

Steun nu ook

het vrije woord

Vind je dit artikel interessant?

Neem een PAL-proefabonnement

(nu eerste maand gratis)

Probeer het nu
Delen