Het Europees Hof van Justitie publiceerde woensdag een arrest waaruit bleek dat het dragen van religieuze tekens door openbare besturen verboden mag worden. Door dat arrest ziet Nadia Sminate (N-VA) de mogelijkheid om voor personeel van de Vlaamse overheid die neutraliteitsverplichting in te voeren. Ze stelt daarom de vraag aan minister voor Binnenlands Bestuur Gwendolyn Rutten (Open Vld) om die neutraliteitsplicht in te voeren.
In het Vlaamse regeerakkoord staat vermeld dat “uiterlijke symbolen van levensbeschouwelijke, religieuze, politieke of andere overtuigingen” niet gedragen worden bij “rechtstreeks klantencontact”. Die passage kwam er op vraag van N-VA, maar de neutraliteitsplicht is op Vlaams niveau nog steeds niet ingevoerd. Onder andere Nadia Sminate en Chris Janssens (VB) hekelden het uitblijven van die neutraliteitsplicht al.
Juridische problemen
Volgens voormalig minister Bart Somers kwam dat door juridische moeilijkheden. Als de regering zonder verder na te denken een verbod op het dragen van religieuze tekens zou invoeren, zou de overheid “zich kwetsbaar maken voor schadevergoedingen en veroordelingen wegens inbreuken op de non-discriminatieregels”. Zo werd de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB in 2021 veroordeeld tot een schadevergoeding van 50.000 euro omdat ze een sollicitante met hoofddoek weigerde aan te nemen.
Het recente arrest van het Europees Hof van Justitie doet die juridische twijfels teniet, vindt Vlaams Parlementslid Nadia Sminate (N-VA). “Het Hof spreekt zich uit dat het perfect legitiem en gerechtvaardigd is een verbod – zonder onderscheid – in te voeren op zichtbare tekens van levensbeschouwelijke of religieuze overtuigingen. Wij vragen dan ook aan minister Gwendolyn Rutten om het dossier prioritair te behandelen”, klinkt het.
Lees ook:
Ondanks dat deze gepensioneerde overtuigd katholiek is, heb ik nooit een kruisbeeld op mijn bureau meubel gezet op het werk. Waarom wordt dan in een neutraal geachte omgeving werken met een keppel of hoofddoek getolereerd ? Neutraliteit heeft toch niks met vermeende
“onverdraagzaamheid” te maken maar wel met respect voor ieders’ privé opinie in het private leven.