Margaretha Antonia Marie Félicité (Betzdorf Kasteel, 15 mei 1957), prinses van Luxemburg, prinses van Nassau, prinses van Bourbon-Parma, is de tweede dochter van groothertog Jan en groothertogin Josephine Charlotte. Zij is de tweelingzus van prins Jan.
Ze is de doopmeter van haar neefjes aartshertog Imre (tweede kind en eerste zoon van haar oudere zus aartshertogin Marie Astrid en aartshertog Carl Christian van Oostenrijk), prins Louis (derde zoon van haar oudere broer groothertog Hendrik van Luxemburg en groothertogin María Teresa en ook van prinses Louise van België (oudste kind van haar kozijn van moeders kant prins Laurent van België en prinses Claire).
Liechtenstein
Op 20 maart 1982 trad zij in het huwelijk met prins Nicolaas van Liechtenstein, derde zoon van vorst Frans Jozef II van Liechtenstein en prinses Georgina. Het paar kreeg vier kinderen:
- Leopold (20 mei 1984 – 20 mei 1984)
- Maria Annonciata (12 mei 1985)
- Maria Astrid (26 juni 1987)
- Josef Emanuel (7 mei 1989)
Leopold is – hoogst uitzonderlijk – bijgezet in de crypte van Laken. Een crypte is een ondergrondse ruimte in een kerkgebouw, veelal bedoeld als begraafplaats of om relikwieën van martelaren en andere heiligen tentoon te stellen. Crypte betekent verborgen.
Doodgeboren kind
“Leopold-Emmanuel von und zu Liechtenstein is het doodgeboren kindje van prinses Margaretha van Luxemburg en haar man Nicolas, prins van Liechtenstein,” vertelde André Bruggeman, die als gids optrad in de kerk van Laken en de koninklijke crypte, in de media.
“Prinses Margaretha is dochter van groothertog Jan van Luxemburg en prinses Joséphine-Charlotte, zuster van koning Boudewijn en koning Albert. Toen het kindje werd geboren woonden Margaretha en haar man in Brussel.”
“Koning Boudewijn, die peter was van prinses Margaretha, gaf toelating om het kistje bij te zetten in de crypte. Dat gebeurde in 1993 toen bij de restauratie van de Sint-Michielskathedraal het kistje werd gevonden van prins Louis-Philippe, het eerste zoontje van Leopold I. Het kind overleed toen het amper één jaar oud was. Koning Boudewijn besliste toen dat het kistje zou worden overgebracht naar de crypte. Er diende toen een muur te worden uitgebroken en toen is beslist om ook het kindje van prinses Margaretha daar bij te leggen.”
Koninklijke kapel
De grafkelders onder de kerk van Laken werden gebouwd op bevel van de eerste koning der Belgen Leopold I toen zijn echtgenote, koningin Louise-Marie op 10 oktober 1850 stierf. De crypte werd gebouwd naast de kerk, in een koninklijke kapel achter het koor.
Centraal liggen de graftombes van Leopold I en zijn (tweede) echtgenote Louise-Marie. Zijn eerste vrouw was de Engelse prinses Charlotte die in 1817 overleed. Dus lange tijd voor prins Leopold de eerste Belgische koning werd. Zij ligt in Engeland begraven. Koning Leopold I was een vrijmetselaar die tot op zijn sterfbed weigerde om katholiek te worden. HBVL in 1999: “De kerkelijke overheid had het er moeilijk mee dat zijn kist doorheen de kerk naar de crypte gedragen zou worden. Daarom kreeg de crypte een rechtstreekse uitgang naar buiten.”
De graftombe van Leopold I en Louise-Marie is alleen met een kroon en een klein kruisje versierd. De laatste rustplaats van de prinsen van het koningshuis bevindt zich in de nissen in de muren. Zo ziet men er links de graven van prinses Marie van Hohenzollern (gravin van Vlaanderen), prins Filips (graaf van Vlaanderen) en hun zoon prins Boudewijn. Rechts liggen prins Leopold (het vroeg gestorven zoontje van Leopold II), prins Leopold-Emmanuel von und zu Liechtenstein, prinses Joséphine en prins Karel (graaf van Vlaanderen en regent van België na WO II).
Fabiola was het laatste lid dat werd bijgezet.