Vorige week is in de VS een wetenschappelijk rapport rond het klimaat voorgesteld. Het is opgesteld op vraag van het Departement voor Energie. De bevoegde minister, Chris Wright, had daarvoor vijf onafhankelijke wetenschappers samengebracht die in het verleden kritische opmerkingen hadden laten horen over het radicale klimaatalarmisme en het overheidsbeleid dat daarop is gebaseerd. Het werd een welgekomen bries van frisse lucht in de beklemmende dogmatiek rond klimaatverandering.
De wetenschappers konden gemakkelijk een consensus bereiken over een aantal vaststellingen die eigenlijk evident zouden moeten zijn, maar die je zelden zult horen in het discours van de ‘experten’ die in de media aan bod komen. Ze wijzen, ten eerste, op de vele onzekerheden in de verbanden tussen CO2, klimaatverandering en ‘extreem weer’. Het rapport stelt ook dat, in tegenstelling tot wat alarmisten en de media vertellen, er geen toename kan vastgesteld worden in het aantal of de intensiteit van stormen, droogtes en overstromingen. Een ander hoofdstuk is gewijd aan de opmerkelijke vergroening van de planeet ten gevolge van CO2.
“Voorspelbaar genoeg kreeg het rapport weinig aandacht van de media”
Politiek gesproken is het laatste deel van het verslag misschien het interessantst: de maatregelen van de overheid, met de bedoeling klimaatverandering tegen te gaan, hebben weinig effect en – vooral – richten meer schade aan dan ze voorkomen. Voorspelbaar genoeg kreeg het rapport weinig aandacht van de media. Binnen de klimaatkerk was de reactie uiteraard ook negatief. Critici zeggen dat dit een politiek rapport is, want opgesteld op vraag van een regering. Ze vergeten dat talloze andere klimaatstudies ook zijn uitgevoerd in opdracht en met geld van overheden, met een welbepaald resultaat voor ogen en bijna altijd in het kader van het aanzwengelen van een klimaatalarmistische politieke agenda. Er mag ook eens een andere stem klinken, al dan niet met steun van de overheid.
Hoe de dynamiek achter klimaatalarmisme werkt
Bij de vijf auteurs zitten een aantal interessante figuren. Een van hen is Steven Koonin, die nog minister voor Wetenschapsbeleid was onder het presidentschap van Barack Obama. Niet bepaald een rechts figuur dus. Hetzelfde geldt voor klimaatwetenschapper Judith Curry die haar hele leven Democratisch heeft gestemd en nog geld heeft gestort voor de verkiezingscampagne van Obama.
Curry werd ooit bekend als een van de opstellers van een studie die stelt dat zich een wereldwijde toename voordoet van catastrofale stormen (CNN: “Curry toont aan dat het aantal orkanen met 60 procent is gestegen!”). Ze werd daarna door media en het klimaatbestel onthaald als een rockster, vertelt ze. Curry werd de wereld rondgevlogen om betaalde toespraken te geven en conferenties bij te wonen. Ze mocht ook als klimaatwetenschapster bij het IPCC aan de slag. Toen later bleek dat de gebruikte data onjuist waren, trok ze de studie weer in uit academische integriteit. Vanaf dat moment werd ze door de media en het klimaatbestel als een paria behandeld en kreeg ze nauwelijks nog fondsen van de overheid. Het verhaal van deze integere wetenschapper vertelt veel over de dynamiek achter klimaatalarmistische wetenschap.
De studie zal de opgelegde klimaatconsensus niet verbrijzelen, maar kan hopelijk wel een keerpunt betekenen en eindelijk wat realisme binnenbrengen in het debat.