Volgens de junta in Mali hebben ze een nieuwe coup door enkele officieren kunnen afwenden. De coupplegers zouden steun hebben gehad uit het Westen. De Malinese regering bracht hiervoor echter geen enkel bewijs aan.
De mislukte coup zou plaatsgevonden hebben in de nacht van 11 op 12 mei. Dat beweert de huidige regering tenminste. Een regering die zelf door middel van een staatsgreep aan de macht kwam, in 2020.
Dieptepunt in relaties tussen Mali en Westen
De beschuldigingen zijn een nieuw dieptepunt in de relaties tussen de Malineese leiders en het Westen. Vooral met oud-kolonisator Frankrijk zijn de banden momenteel bijzonder vertroebeld. Frankrijk is momenteel zelfs bezig zijn eigen troepen terug te trekken uit Mali. Dit doet het nadat het negen jaar lang islamitische extremisten bestreed. Mali trok zich ook terug uit een regionaal militair samenwerkingsverband, de G5.
Kolonel Abdoulaye Maiga gaf een verklaring aan de media. “De regering van de Republiek Mali veroordeelt met de grootste stelligheid deze schandelijke aanval op de nationale veiligheid, die tot doel heeft de aanzienlijke inspanningen om ons land te beveiligen en terug te keren naar een grondwettelijke orde die vrede en stabiliteit garandeert, te belemmeren of zelfs teniet te doen”, zo luidt het. De overheid gaf ook mee dat er extra beveiligingsmaatregelen van kracht zijn.
Russische huurlingen
De regering van Mali beschuldigde het Franse leger er ook van het luchtruim van het land te hebben geschonden. Het sprak haar afkeuring uit over het – volgens de Malinese regering – ongeoorloofde gebruik van bewakingsdrones. Deze beschuldigingen kwamen nadat Frankrijk video’s had vrijgegeven waarop te zien was hoe Russische huurlingen lichamen begroeven in de buurt van een legerbasis. Een basis in het noorden van Mali, die door de Fransen aan de Malinese strijdkrachten was overgedragen.
Frankrijk en andere landen hebben de omverwerping in augustus 2020 van de democratisch verkozen president van Mali, Ibrahim Boubacar Keita, scherp veroordeeld. Negen maanden later pleegde Goita een tweede staatsgreep toen hij de civiele interim-leiders van het land ontsloeg en zelf president werd. De junta stemde aanvankelijk in met een overgang naar een burgerregering van 18 maanden. Ze slaagde er echter niet in binnen de termijn in februari verkiezingen te organiseren. Vorige maand verklaarde de regering dat zij nog twee jaar aan de macht moest blijven voor ze een stemming kon organiseren.
