Dwangsommenkwestie: advocatenkosten Fedasil lopen op tot 1,8 miljoen euro

De advocatenkosten van Fedasil die verbonden zijn aan de dwangsommenkwestie zijn sinds januari vorig jaar opgelopen tot ruim 1,8 miljoen euro. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Belang-Kamerfractieleider Barbara Pas opvroeg bij bevoegd staatssecretaris Nicole de Moor (cd&v).

Volgens Pas ligt de asielfactuur in werkelijkheid hoger dan het al historisch hoge bedrag van 703,5 miljoen euro dat de federale regering dit jaar uittrekt voor de asielopvang. Ze kaart aan dat verschillende uitgaven niet terug te vinden zijn in het budget van Fedasil.

Zo zijn de juridische kosten van Fedasil opgenomen in het onderdeel ‘Werkingskosten’. In totaal bedroegen ze vorig jaar 1.533.172 euro, een verdrievoudiging tegenover 2019.

Evenmin in het budget van Fedasil inbegrepen, zijn de advocatenkosten die het gevolg zijn van de dwangsommenkwestie. Eén dossier kost gemiddeld 294,80 euro. Sinds januari vorig jaar werden er al 6.111 veroordelingen uitgesproken, wat de totale kost op 1.801.522 euro brengt. “Ook als ze niet effectief worden uitbetaald, kosten de dwangsommen de belastingbetaler dus geld”, schetst Pas.

De Vlaams Belang-Kamerfractieleider wijst erop dat in drie gevallen de dwangsommen wel degelijk werden uitbetaald, goed voor een bedrag van 118.100 euro. In totaal hangt de overheid nog altijd een bedrag van 276 miljoen euro aan dwangsommen boven het hoofd.

Tolk- en vertaaldiensten

Andere ‘verbogen’ uitgavenposten zijn de tolk- en vertaaldiensten die Fedasil aanbiedt. Uit nog onvolledige cijfers blijkt dat de totale kost daarvan vorig jaar minstens 1.318.334 euro bedroeg. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2018.

Pas betreurt dat die kosten onzichtbaar blijven voor de belastingbetaler en eist volledige transparantie van de federale regering. “De belastingbetaler heeft het recht te weten wat de aanhoudende asielinstroom werkelijk kost”, besluit ze.