Het Chinese agentschap voor nucleaire veiligheid (NNSA) heeft groen licht gegeven voor de opstart van een experimentele thorium gesmoltenzoutreactor (TMSR-LF1) in een woestijn nabij de stad Wuwei in de provincie Gansu. Hiermee lijken de Chinezen een voorsprong te nemen in de ontwikkeling van kernenergie.
“De operationele en technische documentatie betreffende de experimentele gesmoltenzoutreactor is geëvalueerd. Volgens onze bevindingen voldoet de aanvraag aan de relevante veiligheidseisen”, verklaarde de NNSA. “Daarom is besloten om de reactor een exploitatievergunning te verlenen”.
Het project ging al in 2011 van start en kostte bijna een half miljard Amerikaanse dollar. Concreet gaat het om een gesmoltenzoutreactor die in 2021 voltooid werd en waarbij zogenaamde vloeibare brandstof wordt gebruikt. Gezien hier geen water nodig is als koelingsmiddel, was de woestijn nabij Wuwei een geschikte, afgelegen locatie voor de bouw van de installatie. De gebruikte technologie is gebaseerd op veelbelovende testen van het Amerikaanse Oak Ridge National Laboratory uit de jaren 1960. Indien het experiment in Wuwei eveneens succesvol blijkt, hoopt China grotere thoriumcentrales te bouwen die een deel van de elektriciteitsvoorziening van het land op zich kunnen nemen. Het zou voor het land een nieuwe stap kunnen betekenen om de afhankelijkheid van steenkoolcentrales af te bouwen.
Nucleaire proliferatie
Kernenergie op basis van thorium bleek al veelbelovend in de kinderjaren van de nucleaire ontwikkelingen, maar kreeg pas recent opnieuw de aandacht van onderzoeksinstituten en overheden. Gezien de rol van de nucleaire wapenwedloop ten tijde van de Koude Oorlog bij grootmachten als de VS en Rusland, stonden uraniumreactoren, gezien het potentieel voor de bouw van atoombommen, op de voorgrond. Thoriumreactoren hebben echter veel minder potentieel voor nucleaire proliferatie, en bleven zo op de achtergrond tijdens de hoogdagen van het nucleaire onderzoek.
Intellectuele eigendomsrechten
Naast een nefaste geopolitieke situatie, ontstond in de tweede helft van de vorige eeuw ook een groeiend antinucleair sentiment in de westerse wereld, mede dankzij rampen zoals Tsjernobyl en Fukushima. In combinatie met een toenemende focus op hernieuwbare energiebronnen en geplande kernuitstappen – zoals in Duitsland en België – was de aandacht voor het nucleaire element ook in recente decennia beperkt. Nu klimaatverandering en energiezekerheid een prominente rol innemen in het maatschappelijke debat, is de interesse in nucleaire technologie echter aan een terugkeer begonnen. Landen als Noorwegen, Frankrijk en de Verenigde Staten investeren in onderzoek, maar voorlopig zijn de Chinezen de enigen die op korte termijn concrete experimenten zullen aanvangen. Indien China de intellectuele eigendomsrechten van de technologie in handen krijgt, kan dat slecht nieuws betekenen voor landen met een hernieuwde belangstelling voor kernenergie.
Ten gevolge van de totaal uit de lucht gegrepen bangmakerij door de groene partijen, wat ook hun invulling van “progressief” moge zijn, zijn we met klank te laat qua duurzame energievoorziening.
Voor zogezegd groene partijen en aanverwanten zou er een ondemocratisch cordon sanitair moeten ingesteld worden want zij willen terug naar he steentijdperk, dus achteruitgang.
Als China de intelectuele eigendomsrechten in handen krijgen, zijn we met handen en voeten gebonden aan Xi.
Waarom zouden wij de Intellectuele Eigendomsrechten van China respecteren als ze het omgekeerd ook niet dien?
Kijk Tinne: zo moet het.
Door het heulen met Groene sektes (ook wel partijen genoemd) dreigen we ons enkel te beperken tot onderzoek naar hernieuwbare energie. Hierbij verliezen we uit het oog dat er bij ons niet altijd wind of zon is en dan hebben we een back-up nodig, die niet vervuilt en dat is kernenergie. Als we in de EU achter blijven in onderzoek naar betere centrales, hebben we een probleem.