Tijdens de zomer van 2019 liet Jens Hamerlinck (20) het leven bij een verkeersongeval. De auto waarin de jongeman zat kwam tegen een verlichtingspaal terecht. Maandag moesten er 5 personen voor de rechter verschijnen.
Één van de beklaagden had foto’s genomen van Jens, slechts enkele minuten na het ongeval. Op de foto was Jens duidelijk herkenbaar. De foto werd later door de beklaagden verspreid via WhatsApp-groepen en andere sociale media.
“Ze hebben zelfs geen hulp geboden”
Bij de opening van de zitting richtte de mama van Jens zich tot de beklaagden. Zij hoopt op een zware straf. “Ik kan die jongeren niet vergeven. Ze hebben zelfs geen hulp geboden. Ik sta op met Jens en ga slapen met Jens, mijn leven is verwoest. Ik hoop dat er een signaal komt naar de maatschappij, en er een serieuze straf volgt.”
Confrontatie via sociale media
De foto’s circuleerden al enige tijd in verschillende WhatsApp-groepen. Toch kwamen ze ook bij de familie van Jens terecht en werden zij dus geconfronteerd met het gruwelijk beeld.
De zus van Jens kreeg als eerste de foto’s te zien via Instagram. “De zus van Jens kreeg de foto te zien op haar Instagrampagina. Haar broer was duidelijk herkenbaar. Ze liep gillend haar kamer uit naar beneden om het haar moeder te zeggen. Er bestaan geen woorden om te beschrijven hoe het is om je broer of zoon dood te zien zitten, enkele momenten na een dodelijk ongeval.”, aldus de advocaat van de familie.
Samen met de familie van Jens stelden ook familieleden van andere slachtoffers zich burgerlijke partij in de zaak. Ook de oma van Jens hoort daarbij. “Hij was niet alleen haar kleinkind, maar ook haar petekind en steun en toeverlaat. Met die foto’s werd het mes nog dieper in de wonde gestoken.”, zo zegt de oma.
Veel onduidelijkheid
Er heerst nog heel wat onduidelijkheid rond de exacte gebeurtenissen die zich afspeelden net na het ongeval. De beklaagde die de foto maakte, de 28-jarige C.O., riskeert een boete van 4.000 euro. De rest hangt een boete van 2.000 euro boven het hoofd.
De advocaat van C.O. verklaarde dat zijn cliënt naar eigen zeggen wel bijstand zou geleverd hebben aan Jens en dat hij de foto’s niet publiekelijk wou maken. “De foto’s zijn niet verstuurd in een publieke groep, maar wel in een besloten groep. En hoewel hij beseft dat hij de foto niet had moeten nemen, heeft hij ook goede zaken gedaan. Zo is hij ter plaatse gebleven en heeft hij bijstand verleend en zelfs het hand van Jens vastgehouden.”, aldus de advocaat van de beklaagde die de foto nam.
De beklaagde zelf verklaarde dat Jens nog in leven was op het moment van het nemen van de foto. “Ik wist niet dat de jongen zou sterven, anders had ik de foto zeker niet genomen. Ik heb geprobeerd hem te helpen, maar het is toch niet goed afgelopen. Toen ik zijn hand vasthield, heeft hij mij nog bedankt dat ik hem probeerde te helpen.”, zo verklaarde C.O. zelf.
Een brief als spijtbetuiging
Alle beklaagden waren op het moment van de feiten werkzaam als taxichauffeur. De foto’s werden aanvankelijk enkel verspreid in de WhatsApp-groep met andere collega’s. Toch plaatsten twee van de beklaagden de foto’s op sociale media.
De aanwezige rechter haalde naar één van de beklaagden uit: “Wat is de meerwaarde van zo’n foto’s eigenlijk? Werkt u voor de overheid aan een sensibiliseringscampagne misschien?”, aldus rechter Van Mol. De beklaagde reageerde instemmend en gaf toe dat hij dat niet had mogen doen. “Ik had dat niet mogen doen, ik ben zelf vader van kinderen”, zo zei de beklaagde.
Vervolgens voegde hij eraan toe dat hij contact had opgenomen met de moeder van Jens, om zijn spijt te betuiging. Zo schreef hij een brief als spijtbetuiging. De moeder van Jens kon bevestigen dat ze de brief ontvangen had maar dat ze nooit de feiten kan vergeven.
De uitspraak in deze zaak volgt op 3 mei.
