Het is 29 november 1830. Poolse nationalisten verzetten zich tegen de russificatie van hun land en willen hun eigen grondwet terug instellen. De opstand is een reactie op het repressieve bewind dat de vorige tsaar van Rusland, Alexander I, had gevoerd. Deze opstand wordt de Novemberopstand genoemd.
De Poolse nationalisten kwamen in actie nadat de Russische tsaar troepen in gereedheid bracht om te kunnen tussenkomen in de Belgische revolutie. De Poolse opstandelingen verklaarden dat ze dit wilden verhinderen, in de hoop dat ze zo sympathie konden krijgen van Frankrijk en om eventueel militaire steun te verkrijgen van de Fransen. Door de opstand werd Nicolaas I genoodzaakt om zijn troepen in te zetten tegen de Polen, die hij normaal had ingezet om de Belgische revolutie neer te slaan. Op die manier hebben de Polen de gewapende tussenkomst van de Russen in België kunnen voorkomen.
Na maanden van veldslagen werden de Poolse troepen verslagen bij de Slag om Warschau in september 1831. Rusland hief de autonomie van Polen op en lijfde de staat in het keizerrijk. Het gebruik van de Poolse taal en cultuur werd streng beperkt. Veel mensen trokken weg uit Polen, richting Duitsland en West-Europa. In totaal verlieten zo’n 50.000 mensen het land.
Meer ‘Dag op dag’