Het is 30 december 1916. Aan het einde van 1916 verkeerde Rusland in chaos. De Eerste Wereldoorlog verliep rampzalig, en Grigori Raspoetins invloed op de tsarina werd gezien als een bedreiging voor de stabiliteit van het land. Zij zag hem als een soort God omdat hij haar zoon, die aan hemofilie leed, kon genezen. Een groep samenzweerders, voornamelijk bestaand uit edelen, besloten om Raspoetin te laten vermoorden.
Eerst werd geprobeerd om hem te vergiftigen. Er werd cyanide in koekjes en wijn gedaan, maar dat had geen merkbaar effect op Raspoetin. Vervolgens werd hij neergeschoten. De samenzweerders dachten dat hij dood was, maar dan stond hij weer op en probeerde te vluchten. De mannen schoten hem opnieuw neer en sloegen hem met een ijzeren staaf. Uiteindelijk wikkelden ze zijn lichaam in een doek en dumpten het in de ijskoude rivier de Neva. Autopsie-rapporten suggereren dat Raspoetin misschien nog leefde toen hij in het water werd gegooid, omdat er water in zijn longen werd gevonden.
Februarirevolutie
De samenzweerders hoopten met Raspoetin te vermoorden, de monarchie te redden. Maar de situatie in Rusland verslechterde alleen maar. Binnen enkele maanden na zijn dood brak de Februarirevolutie van 1917 uit, die leidde tot de val van het tsaristische regime en de uiteindelijke oprichting van de Sovjet-Unie.
Meer dag op dag
Realpolitik. Raspoetin wilde Rusland uit WO I halen en daarmee de gehate monarchie redden. De man is gedood door Russische edelen op aangeven van de Britse geheime dienst die wilde dat de Centralen in het oosten werden bezig gehouden om de druk op het westelijke front te verlichten.