Op 8 november 1895, 129 jaar geleden, deed de Duitse natuurkundige Wilhelm Röntgen een ontdekking die de medische en wetenschappelijke wereld voor altijd zou veranderen. Door de ontdekking van de röntgenstraling, of x-straling, werd het mogelijk om het inwendige van het lichaam zichtbaar te maken zonder chirurgie.
Röntgen deed zijn ontdekking tijdens experimenten met een kathodestraalbuis in zijn laboratorium in Würzburg. Bij het werken met de buis merkte hij op dat een fluorescerende plaat in de buurt begon te gloeien, ondanks dat deze niet in direct contact stond met de buis. Na verder onderzoek ontdekte hij dat de straling die hij had waargenomen door verschillende materialen heen kon dringen, maar door botten werd geabsorbeerd. Zo werd het mogelijk om het inwendige van het lichaam zichtbaar te maken zonder chirurgie.
Geneeskunde & Nobelprijs
Röntgen was zich meteen bewust van het potentieel van zijn ontdekking voor de geneeskunde. Minder dan een jaar na de ontdekking werd röntgenstraling al toegepast om breuken te diagnosticeren. Daardoor konden artsen botbreuken en andere inwendige verwondingen zonder ingrijpende operaties zichtbaar maken, wat leidde tot minder pijnlijke en risicovolle behandelingen voor patiënten.
Röntgen ontving in 1901 de eerste Nobelprijs voor de Natuurkunde voor zijn ontdekking. Zijn vondst leidde niet alleen tot de ontwikkeling van röntgenfoto’s, maar vormde ook de basis voor andere vormen van beeldvorming, zoals CT-scans en MRI’s.
Meer over ‘dag op dag’
