Het is 19 november 1969. De bemanning van de NASA-capsule Apollo 12 is erin geslaagd om hun ruimtetuig te landen op de maan. Amper 4 maanden na de iconische landing van Apollo 11 is de tweede maanlanding een feit. De missie werd uitgevoerd met het doel om de kennis over maanlandingen uit te breiden. De bemanning bestond uit commandant Charles ‘Pete’ Conrad, piloot van de maanmodule Alan L. Bean, en piloot van de commandomodule Richard F. Gordon.
De landing vond plaats in de Oceanus Procellarum, een donkere vlakte met lavagesteente. Een belangrijk doel van Apollo 12 was om nauwkeurig op de maan te landen en experimenten uit te voeren die gegevens over de maanbodem en de seismische activiteit zouden opleveren. Conrad en Bean verbleven ongeveer 31 uur op het maanoppervlak, verdeeld over twee maanwandelingen van in totaal meer dan zeven uur. Ze namen ongeveer 34 kilogram aan maangesteente en bodemmonsters mee terug naar de aarde.
Na het voltooien van hun taken op het maanoppervlak, keerden Conrad en Bean terug naar de commandomodule, waar ze zich weer bij Gordon voegden. Apollo 12 keerde veilig terug naar de aarde en landde op 24 november 1969 in de Stille Oceaan. De missie werd beschouwd als zeer succesvol en toonde aan dat NASA in staat was om nauwkeurige maanlandingen uit te voeren en wetenschappelijke experimenten op de maan uit te voeren.
Meer ‘dag op dag’